Gorges Ocloo

Gorges Ocloo (°1988) is een kunstenaar die zich in vele rollen en genres thuis voelt: (muziek)theater, moderne dans, performance, community arts, beeldende kunst, scenografie, composities voor theater, dans en opera… Zijn beeldtaal is multidisciplinair en magisch. Zijn voorstellingen zijn kleurrijke uitspattingen van beeld, beweging en muziek, fabels met een vaak grimmige politieke ondertoon. Voodoo, de cultuur van zijn vader, vormt voor hem de ultieme synthese tussen spelen, performance en acteren.

In mei 2022 kreeg hij de Vlaamse Cultuurprijs Ultima voor Opkomend Talent. "De onbevreesdheid waarmee Ocloo zich in verschillende disciplines en rollen manifesteert, is enorm verfrissend. Een bezoek aan een voorstelling van hem is nooit vrijblijvend," schreef de jury.

Als tiener blonk Ocloo uit in muziek, elektronica, dansen, geschiedenis, freerunning, atletiek, architectuur en beatboxen. De kennismaking met Straattheater Yawar in de wijk Nieuw-Sledderlo in Genk duwde hem in de richting van het theater. Na zijn studies aan de kunsthumaniora ging hij naar het RITCS in Brussel waar hij met grote onderscheiding afstudeerde als theaterregisseur. Meteen daarna, in 2014, maakte hij zijn veelgeprezen eerste productie: Scarlet-Anansi-Ocloo. Vertrekkende vanuit het verhaal van Medea onderzocht hij de link tussen deze mythische oermoeder en de genocides. Hij liet zich daarbij inspireren door o.a. de Ghanese Anansi-verhalen, Medeamaterial van Heiner Müller en The Famished Road van Ben Okri.

Gorges Ocloo werkte in diverse hoedanigheden mee aan tal van theaterproducties en films. Zo was hij te zien in de groteske komedie RACE (ARSENAAL, 2019), waarvoor hij ook de muziek schreef. In de exuberante danstheatervoorstelling Studio Shehrazade (Kloppend Hert & ARSENAAL, 2018) toonde hij samen met Haider Al Timimi met meesterlijke vrolijkheid, male power en hoge hakken ons korset aan maatschappelijke regels. In Wat is de Wat (HETPALEIS, 2019) kroop hij op sublieme wijze in de huid van de jonge Soedanese vluchteling Valentino Achak Deng.

Ocloo is regisseur en sinds 2020 ook gedeeld artistiek leider bij DE MAAN in Mechelen. Hij maakt er voorstellingen voor een jong publiek, waaronder het surrealistische sprookje ANANSI (2019). Samen met Jeroen Theunissen, Ineke Nijssen en Owen Weston bewerkte hij de verhalen uit de Anansi-cyclus tot een muzikale vertelling vol humor en reflectie over ons maatschappelijk functioneren.

Daarnaast is hij ook artiest in residentie bij LOD muziektheater, waar hij de voorbije jaren alle registers opentrok. Moby Dick, at last Queequeg speaks (2021) is een jazzy opera op basis van een libretto van Ben Okri. De westerse klassieker van Herman Melville wordt vermengd met Afrikaanse vertellingen, animistische rituelen en voodoo. In het symbolische drama The Butcher, de engel kwam niet (2021) laat Ocloo andermaal zien dat hij lak heeft aan morele praatjes en politieke correctheid, en houdt hij het publiek een Vlaams-nationalistische spiegel voor.

Sinds 2022 is Gorges Ocloo ook aan Toneelhuis verbonden. In coproductie met LOD muziektheater maakte hij er in 2023 zijn eerste productie: The Golden Stool or the story of Nana Yaa Asantewaa: een uiterst ritmische en dynamische AfrOpera. Tien vrouwen brengen het verhaal van Nana Yaa Asantewaa: een oude vrouw neemt rond 1900 de leiding in het verzet tegen de troepen van de Britse Monarch en houdt samen met de door haar opgerichte vrouwenbrigade een jaar lang stand in een gevecht om de Golden Stool - troon en trots van het Asantevolk in Ghana.

Ocloo wil het zelfbedachte genre van de AfrOpera - waarin hij klassiekers uit het westers muziekrepertoire vermengt met Afrikaanse tradities - de komende jaren verder ontwikkelen, in nauwe samenwerking met het Artscape Theatre Centre in Kaapstad, Zuid-Afrika. Zijn volgende AfrOpera, The Grief of Red Granny, maakt hij met zes Zuid-Afrikaanse muzikanten en zangers. Het wordt het eerste deel van een tweeluik over individuele en collectieve rouw.

Gorges Ocloo neemt sinds 2022 samen met Lisaboa Houbrechts, FC Bergman, Benjamin Abel Meirhaeghe en Olympique Dramatique de artistieke leiding van Toneelhuis voor zijn rekening.