Bezonken rood is een van de meest aangrijpende rouwzangen uit de Nederlandse literatuur, van auteur Jeroen Brouwers, geënsceneerd door Guy Cassiers en op scène tot leven gebracht door een fenomenale Dirk Roofthooft.
Jeroen Brouwers schreef Bezonken rood (1981) in de weken na de dood van zijn moeder. In 1943 werd de driejarige Jeroen Brouwers samen met zijn zusje, moeder en grootmoeder opgesloten in het Japanse vrouwenkamp Tjideng in het huidige Jakarta. Het leven in de Jappenkampen was zwaar. Japanse bewakers mishandelden de burgers, er was vaak een groot tekort aan voedsel en de bestaansonzekerheid was groot. De schrijver vertelt hoe in het kamp de relatie tot zijn moeder voor de rest van zijn leven werd beschadigd en hoe iedere nieuwe liefdesrelatie met een vrouw onder die last bezwijkt. Bezonken rood is gebed, litanie, grafgedicht, afscheidsbrief, lofzang, vervloeking, wanhoopskreet, zelfbeklag, … alles in één ontroerende, harde en poëtische vertelling.
“Soms is toneel hallucinerend. Een trip, een droom die je weghaalt uit je schouwburgstoel. Zoiets gebeurt zelden, maar Guy Cassiers en Dirk Roofthooft is het in Bezonken rood gelukt. (...) Roofthooft is een fenomenaal acteur. Maar hij doet het niet alleen. Gesteund door een meer dan perfecte geluidstechniek is elk zuchtje, elke beweging van zijn stem hoorbaar. Dat biedt ruimte voor een ongekende subtiliteit. In de grote schouwburgzaal heb je het gevoel dat dit verhaal alleen aan jou wordt verteld.” – Marian Buijs in De Volkskrant, 1 januari 2004
“Bezonken rood is een ode aan het vakmanschap. Een avond om stilletjes aan kapot te gaan. Dat Dirk Roofthooft deze voorstelling maar tot het einde van zijn leven blijft spelen.” — Ruth Joos in De Standaard, 7 juni 2010