Bericht van Guy Cassiers vanuit de kamer van Marcel Proust

Bericht van Guy Cassiers vanuit de kamer van Marcel Proust

Beste toeschouwers,

"No audience. No echo. That is part of one’s death." Dat schreef Virginia Woolf. "Geen publiek. Geen echo. Daar ga je van dood."  De theaters, de musea, de concertzalen, de festivalweides,... ervaren op dit ogenblik de volle omvang van deze woorden. Een theater zonder toeschouwers, een museum zonder bezoekers, een concertzaal zonder luisteraars, een festival zonder dansende jongeren verliezen hun betekenis. Als het publiek geen echo weerkaatst is het plots doodstil. 

We leven in een bizarre tijd. Isolatie is een heel vreemde ervaring voor ons die gewoon zijn om ons werk aan anderen te tonen. Misschien beseffen we nu pas ten volle hoe waardevol dat is: iets samen ervaren. De isolatie duurt lang en zal maar traag afgebouwd worden. We zullen geduld moeten hebben. Ik wil daarom een aantal gedachten met jullie delen.  

De corona-crisis en zijn consequenties roept bij mij in de eerste plaats een gevoel van nederigheid op. De crisis stelt veel in vraag. Ook de plek die de kunsten in de samenleving inneemt. Er zijn op dit ogenblik andere prioriteiten. Groepen van mensen waar we anders niet of nauwelijks bij stilstaan, treden op de voorgrond en verdienen ons respect: het medisch en verplegend personeel, maar ook de mensen die in de winkels blijven werken. 

Veel van wat vanzelfsprekend was, is dat niet langer meer. Theater is een fragiel medium.  Mensen die in het theater werken weten hoe kwetsbaar het maken van een voorstelling is en van hoeveel factoren het welslagen ervan afhangt. Dat wordt nu heel duidelijk. Theater bestaat alleen maar in de directe, fysieke relatie tussen acteurs onderling en tussen podium en publiek. Theater is essentieel op hetzelfde moment samen in dezelfde ruimte zijn. Alle theaters proberen nu digitaal met hun publiek te communiceren en vaak op een heel inventieve en creatieve manier. Met Huistoneel doen ook wij ons best om jullie zo dicht mogelijk bij ons te houden. We leren daar zeker uit voor de toekomst. Maar tegelijkertijd maakt dit ook duidelijk hoe specifiek ons medium is. Theater is een fysiek en een sociaal gebeuren. Het laat zich niet zomaar vervangen door een computerscherm, hoe gesofisticeerd ook. Het theater is een totaalervaring waarvan het bestellen van het ticket, het op weg gaan naar het theater, het ontmoeten van andere toeschouwers, het drankje vooraf, het samen bespreken van de voorstelling achteraf integraal deel uitmaken. 

Het lijdt geen twijfel dat deze crisis een grote impact zal hebben op heel veel sectoren in de samenleving. Er zal een ’voor’ en een ‘na’ zijn. Een ding dat de crisis duidelijk heeft gemaakt is dat de slogan ‘er is geen alternatief’ niet opgaat. Er worden nu - ook en vooral door de overheid - heel veel financiële middelen gestoken in het opvangen van de vele problemen die zich stellen. Middelen die voorheen niet voorhanden leken. En dat is een goede zaak. De crisis heeft nieuwe politieke kaders gecreëerd en dat op een ogenblik dat het economisch zwaarder is dan voorheen. Onder druk zijn er blijkbaar toch alternatieven mogelijk. 

Ik heb de voorbije weken veel aan Marcel Proust moeten denken. Hij isoleerde zich de laatste jaren van zijn leven in zijn slaapkamer en van daaruit herschrijft hij zijn hele wereld. In die vrijwillige quarantaine hervindt hij de verloren tijd. Met de hulp van zijn verbeelding die geen enkel fysiek obstakel heeft. Misschien moeten we op dit ogenblik vooral onze verbeelding gebruiken. Zeker op een ogenblik dat alle verbeelding lijkt te worden platgedrukt door statistieken, cijfers en sombere toekomstprojecties. Albert Camus schreef over Proust dat deze “een versnipperde wereld bijeenbrengt en daar betekenis aan geeft. (...) Hij heeft, enkel met behulp van zijn herinnering en zijn intelligentie, uit de onophoudelijke vlucht van vormen de intense symbolen van de menselijke eenheid los weten maken.” Meer dan ooit hebben we nu nood aan een verbeelding die ons met onszelf, met de anderen en met de wereld verenigt. Een verbeelding om deze periode van isolement door te komen. Maar ook om ontwerpen te maken voor de toekomst. Van één ding kunnen we zeker zijn: de verbeelding kan je niet in lockdown zetten.  

Maar toch, al mijn verbeelding kan jullie afwezigheid niet compenseren, lieve toeschouwers. Ik mis jullie allemaal heel erg en tel de dagen af totdat we weer samen voorstellingen kunnen ervaren. 

Tot heel snel,

Guy