Sean en Joachim, waarom hebben jullie ‘ja’ gezegd toen FC Bergman jullie vroeg om mee te doen aan Werken en dagen?
Joachim: Omdat hun vraag zo duidelijk en uitdagend was: met slechts twee muzikanten een bekend werk voor strijkorkest interpreteren én daarbij mobiel blijven op scène.
Sean: Ook voor FC Bergman was het nieuw: voor het eerst zou alle muziek in de voorstelling live zijn. Dus het was voor beide partijen een stap in het onbekende.
Het uitgangspunt is De vier seizoenen van Vivaldi. Hoe hebben jullie dat aangepakt?
Joachim: Sean en ik zijn jazzmuzikanten, en helemaal niet zo vertrouwd met dit soort werk. En eerlijk? In het begin leek het ons onmogelijk. Ik kende De vier seizoenen niet zo goed, en dacht eigenlijk ook dat het behoorlijk afgezaagd was. Daarom hebben we de cyclus van de vier vioolconcerten eerst intensief beluisterd. Gaandeweg ontdekten Sean en ik dat het fantastische muziek is! Maar dan nog wisten we niet meteen hoe we het moesten aanpakken, omdat we maar met zijn tweeën zijn, terwijl deze muziek geschreven is voor een strijkorkest met twintig muzikanten of meer. En onze voornaamste instrumenten zijn klarinet en drum.
Sean: En daar kwam dan nog eens de vereiste bij dat we met onze instrumenten moesten kunnen rondlopen. Een drumstel was alvast geen optie, dus we gingen op zoek naar andere soorten instrumenten, zowel percussieve als melodieuze. Niet enkel voor mij, maar ook voor Joachim, als aanvulling op zijn klarinetten en saxofoon. Toen die keuze gemaakt was, zijn we gaan kijken welke van deze potentiële instrumenten bij welke seizoenen passen. Dus het zijn eigenlijk een aantal heel praktische criteria die ons uiteindelijk geïnspireerd hebben. Dan zijn we per instrument gaan kijken aan welke stukken uit de muziek van Vivaldi we het konden linken.
Hoeveel Vivaldi zit er nog in jullie interpretatie?
Joachim: Best wel veel. Soms flarden, soms hele melodielijnen. Maar tot onze verbazing herkennen de meeste mensen die niet, wellicht omdat ons instrumentarium zo anders is en zo ver weg ligt van de originele strijkersbezetting. We beginnen de voorstelling met eigen geluiden en muziek, maar dan speelt Sean het ongetwijfeld bekendste thema uit het eerste concerto, de lente. Hij doet dit op twee fluiten en heel traag, als een soort dronegeluid, waardoor het onherkenbaar wordt. Meteen daarna zingen we met zijn allen vrij letterlijk de melodie uit de tweede beweging van de lente. In de zomerscène speel ik een klarinetsolo die heel dicht bij Vivaldi begint, om er daarna verder van weg te evolueren. Vanaf de herfst en zeker de winter wordt onze interpretatie abstracter, al zitten ook daar nog enkele letterlijke quotes van Vivaldi in.
De muziek voelt heel eigen en hedendaags. Hoe ging je te werk bij het interpreteren van Vivaldi’s compositie?
Joachim: In 2012 maakte ik het album The jungle he told me. Ik begon voor het eerst soloconcerten te spelen, en stond toen voor de uitdaging om solo en met een melodisch instrument toch een gevoel van harmonie te creëren. Hoe kun je op een klarinet akkoorden spelen? Ik begon te experimenteren met circular breathing - waardoor je niet moet stoppen om in te ademen en een vollere klank kunt creëren - en ik voegde arpeggio’s toe, zogenaamde gebroken akkoorden waarbij je de tonen niet tegelijk maar na elkaar speelt. Dat is wat ik ook probeerde in mijn interpretatie van De vier seizoenen, met name in mijn solo in de zomerscène. Hoe speel ik een soloversie van het orkest? Via arpeggio’s ga ik op zoek naar de verschillende lijnen van het orkest, terwijl ik tegelijk de hoge noten zing in mijn klarinet. Ik spring van de melodielijn naar de harmonie van het orkest en terug. Van daaruit varieer ik naar andere akkoorden. Naarmate de tournee van Werken en dagen vordert, evolueert onze interpretatie ook en gaan Sean en ik soms nog vrijer om met de akkoorden en de kleurtoevoegingen, maar we grijpen ook altijd weer terug naar Vivaldi. De originele muziek was en is nog steeds onze houvast en leidraad. Als mensen dan niet horen dat het Vivaldi is maar denken dat het onze eigen muziek is, dan is dat echt een cadeau. Want al klinkt het misschien eenvoudig, het is niet zo makkelijk om te bedenken. Dus we zijn erg dankbaar.
Hoe verhoudt de muziek zich tot wat er op scène gebeurt?
Sean: We beseften al snel dat er twee manieren zijn waarop onze muziek zich kan enten op de scènes. De muziek kan eerst en vooral functioneel zijn, en representatief voor wat er op scène gebeurt. In het begin van de voorstelling maken wij deel uit van de gemeenschap. Veel van de geluiden die je daar hoort, zijn akoestische geluiden die op het podium gecreëerd worden, zowel door de spelers als door ons. Later in de voorstelling trekken wij ons geleidelijk terug uit de groep; de muziek die we dan maken is een abstrahering van de actie op scène. Naarmate we verder door de seizoenen reizen, wordt die afstand tot de groep steeds groter, tot we op het einde echt versterkt worden en de finale van een muziekscore voorzien.
Joachim: Er wordt atypisch geacteerd in Werken en dagen. De acteurs spelen niet zozeer, ze voeren acties uit, zoals arbeiders op een veld. Onze muziek voorziet die actie van een emotionele laag, en geeft gevoel aan de verschillende scènes en seizoenen.
Welke instrumenten komen aan bod in de voorstelling?
Sean: We wilden met ons instrumentarium de narratieve lijn van de voorstelling volgen, die begint met de geboorte van een gemeenschap en doorheen een aantal evoluties bij de moderniteit uitkomt. Naar analogie daarmee beginnen we met eenvoudige fluiten, om vogelgeluiden na te bootsen. Vervolgens spelen we op twee fluiten die we aan elkaar plakten met tape, zodat we akkoorden kunnen maken en een begin van harmonie hebben. We gaan verder met bellen, die getuned zijn en tegelijk ook een percussief karakter hebben en zo ritme introduceren. Daarna komen de rieten erbij: klarinetten en saxofoons. Vervolgens een snaarinstrument: de tafelharp. Waarmee we een rijkere harmonie en een heel andere wereld kunnen creëren op scène. En de stem, niet te vergeten. Als in de voorstelling de stoommachine geïntroduceerd wordt, bespelen wij een harmonium - een instrument uit dezelfde periode in de geschiedenis van de industrialisatie.
Je had het al over de aan elkaar geplakte fluiten. Maar er zitten nog zelfgemaakte instrumenten in de voorstelling.
Sean: Speciaal voor de voorstelling maakten we een instrument dat bestaat uit zes Tibetaanse bellen, die we samengesmolten hebben tot één nieuw instrument. De bellen worden normaal afzonderlijk bespeeld, dus nu moesten we nieuwe technieken zoeken. Aanvankelijk gebruiken we een strijkstok, met het effect van een snaarinstrument. Daarna bespelen we het met een hamer, zodat het meer het karakter van een gamelan krijgt. Het instrument heeft een buitenaards geluid. We gebruiken het in de zomerscène, als we voor het eerst afstand nemen van de groep, en een meer atmosferische wereld beginnen maken.
Joachim: In diezelfde scène speel ik in het begin mijn interpretatie van Vivaldi’s zomer op klarinet. Ik neem enkel de melodie over, niet de harmonie, en ga van daaruit improviseren. We lopen rond terwijl de acteurs het huis bouwen. Wanneer Sean overschakelt van de strijkstok naar de hamer en zo het gamelangeluid creëert, haal ik het mondstuk van mijn klarinet en speel ik erop als op een fluit. In combinatie met de bellen installeren we zo een droomwereld op scène.
Sean: Later in de voorstelling doet Joachim het tegenovergestelde. Van zijn basklarinet gebruikt hij enkel het mondstuk, dat hij bevestigt aan een buis uit een doe-het-zelfwinkel.
Joachim: Ja, aan een lange rubberen darm. Dit gebeurt in de scène waarin de stoommachine wordt geïntroduceerd. Op dat moment wordt het geluid groter en zijn wij minder zichtbaar. Ik sta in de coulissen, Sean zit aan de kant met het harmonium. Op dat punt in de voorstelling moeten we niet meer rondlopen, dus we kunnen makkelijker versterkt worden. Vanuit de coulissen speel ik op mijn basklarinet met de rubberen darm. Als ik die darm rondzwier terwijl ik in het mondstuk blaas of zing, geeft dat een heel vreemd, zeemeerminachtig geluid. Ondertussen speelt Sean op het harmonium en heeft hij ook een kleine contactmicrofoon in zijn mond waarin hij zijn stem laat klinken. Het klinkt als walvissen. Al die effecten worden dus live gecreëerd. Onze achtergrond als improvisatoren of jazzmuzikanten speelt hier ook mee. Sean en ik werken graag met geluid: naast het ‘gewone’ geluid van het instrument proberen we er ook andere geluiden uit te halen. Wat kan je allemaal met een cimbaal of een riet doen? Het is leuk en verrassend om zo de woordenschat van een instrument uit te breiden.
Over improviseren gesproken: was daar ruimte voor? De voorstellingen van FC Bergman zijn altijd strak getimed en technisch ook minutieus vastgelegd.
Joachim: Daar was absoluut ruimte voor. We maakten de muziek met ons tweeën, en net omdat we zo graag variaties maken of improviseren, hebben we onze compositie bewust organisch en open gehouden.Voor bepaalde scènes hebben we enkel een bepaalde sfeer of klankkleur afgesproken. We weten waar we beginnen en eindigen, en de rest kleuren we in, elke avond een beetje anders. Het is geweldig dat dat mogelijk is in theater, waar vaak alles vastligt. Dat maakt het bevrijdend, en boeiend om het zo vaak te spelen.
Ellen Stynen
29 januari 2025