The problem that wasn't there
“Het enige wat wij moeten doen is baggeren. Het probleem zal nooit zichtbaar geweest zijn.” Dat vertelt kunstenaar Jozef Wouters in het project 'ALL PROBLEMS CAN NEVER BE SOLVED' dat hij voor de KVS maakte in de Brusselse Modelwijk.
Baggeren? Wouters vond op het net een powerpointpresentatie van een baggerbedrijf dat de Belgische kust de komende honderd jaar moet beschermen tegen de stijging van de zeespiegel. 'Hold the line' heet het plan. De lijn die bewaard moet blijven is de grenslijn tussen de zee en het strand. Beetje bij beetje zal het baggerbedrijf het zand van onze kunst ophogen, zodat het recreatieve zandstrand op elk moment even groot blijft én we nooit ver zullen moeten wandelen tot aan de zee – of omgekeerd, van de zee tot aan de ijskar. Volgens voorspellingen van het International Panel of Climate Change zal de zeespiegel aan de Belgische kust veertig centimer stijgen tegen 2040 en één tot twee meter tegen 2100. Maar dankzij 'Hold the line' wordt het kusttoerisme niet verstoord. De Noordzee zou net een toeristische trekpleister kunnen worden, want over negentig jaar zouden we in deze kontreien kunnen genieten van een Middellands Zeeklimaat. Dus ja, de klimaatswijziging wordt gezien als een opportuniteit.
Voor elk probleem een oplossing. Stijgende zeespiegel? Baggeren! Maar Wouters stipt met 'ALL PROBLEMS CAN NEVER BE SOLVED' een grote moeilijkheid aan: tussen de studies en het baggeren zal het probleem nooit zichtbaar zijn.
Het Handvest
De zichtbaarheid van het klimaatprobleem, daar is het Benjamin Verdonck om te doen wanneer hij in maart 2011 een brief schrijft aan alle podiumkunstenorganisaties die structurele steun ontvangen onder het Kunstendecreet. Hij kondigt aan dat hij een nieuw kunstwerk wil maken: 'Handvest voor een actieve medewerking van de podiumkunsten aan een transitie naar rechtvaardige duurzaamheid'. In dat Handvest somt Verdonck een aantal artikels op, waarvan hij hoopt dat de hele sector ze een half jaar lang “met zorg en naar best vermogen” zal volgen bij aanvang van het nieuwe theaterseizoen. Wie het Handvest onderschrijft, wordt medekunstenaar en mag vervolgens het werk “promoten, bekritiseren, uitbreiden, omkeren of verkopen”. De belangrijkste na te leven punten zijn de volgende. Alle ecoteams worden ontbonden. In plaats daarvan wordt er gemediteerd over de oorzaak van de ecologische crisis om zo het probleem in een ruimer maatschappelijk perspectief te plaatsen. Donderdag veggiedag wordt afgeschaft. Uitzondering wordt norm: niemand eet of serveert nog vlees, behalve op donderdag. De communicatie gebeurt nog uitsluitend in zwart-wit en op ongebleekt gerecycleerd papier. Werknemers gaan met het openbaar vervoer of de fiets naar het werk. Artiesten maken enkel nog voorstellingen zonder decor of met decor dat bestaat uit materiaal dat al in bezit was van de organisatie én dat slechts zo groot is dat de productie op tournee kan gaan met het openbaar vervoer of de fiets. Vliegtuigen, die door hun gigantische uitstoot van broeikasgassen een buitensporige bedreiging voor ons klimaat vormen, worden gemeden. Dat spreekt vanzelf. Verdonck droomt van steden vol reclamepanelen met zwart-witaffiches, van acteurs en makers die te voet van de ene schouwburg naar het andere cultureel centrum stappen, met het decor onder de arm, van een brandend vuur in de hele podiumkunstensector.
Om dit kunstwerk te helpen realiseren roept hij de sector op om massaal mee te werken. Al beseft hij dat dit niet evident is. “Ik durf erom vragen als kunstenaar omdat ik een nieuw werk wil maken”, schrijft hij in zijn begeleidende brief. En in Sébastien Hendrickx' tekst 'Hoe zou het nog zijn met... het Handvest van Benjamin Verdonck?' zegt hij: “Subsidie brengt een zekere maatschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee. Bovendien schept ze een relatieve vrijheid ten opzichte van de winstlogica van de markt. Die positie mag volgens mij meer worden uitgebuit.” Zijn Handvest rondt Verdonck af met een hoopvol vooruitzicht: “Beeldt u zich in wat er zou gebeuren mocht de gehele podiumkunstensector nauwgezet en hardnekkig volhardend 160 dagen en een half lang meehelpen aan dit kunstwerk. Wat een kathedraal aan kluwens dissonanten en dialectiek. Wat een epifanie aan mogelijkheden, draagvlakken, spel, vreugde en symbolisch kapitaal dit zou genereren voor onze toekomstige kunstpraktijk.”
Scheld'apen zegt ja!
jajaja@handvest.be is het emailadres waarop kunstenhuizen konden intekenen. Neeneenee werd het collectieve antwoord. Slechts één organisatie ondertekende unaniem het Handvest. Bij de start van het nieuwe theaterseizoen, op 1 september 2012, begon Scheld'apen – “graag gedaan en geen moeite” – aan het kunstwerk 'Handvest voor een actieve medewerking van de podiumkunsten aan een transitie naar rechtvaardige duurzaamheid'. Tot 7 februari 2013 volgen ze de punten die Verdonck in zijn manifest aanhaalde. Intussen zijn ze halfweg.
“Voor ons was het zo vanzelfsprekend om mee te doen dat we bijna vergaten om dat ook officieel te laten weten”, zegt Tile Vos. In hun brief, die ze nog net op tijd postten op de site van het Handvest schrijven ze: “Wanneer nu, de een of andere theaterpipo ons komt vragen of we willen meewerken aan zijn kunstwerk, aan een kortstondig experiment in het belang van het voortbestaan van de planeet (stel je voor), dan hebben wij daar hoegenaamd geen probleem mee.” Al gingen er wel interne discussies aan vooraf. “We hebben er vrij veel over gepraat, soms zelfs met verhitte gemoederen”, zegt Wannes Cré. “De punten uit het Handvest impliceren namelijk dat je op een andere manier moet werken. Dàt we zouden meedoen was eigenlijk snel duidelijk, maar op welke manier, dat was iets anders. Sommigen zagen het Handvest als een set zeer strikt te volgen regels, anderen wilden er iets losser mee omgaan.”
Al snel kwamen de grootste twistpunten bovendrijven. Er werd gevreesd dat communicatie in zwart-wit niet genoeg zou opvallen. Niet vliegen leek op vlak van programmatie bijna onmogelijk. En geen vlees eten was voor sommigen nog het allermoeilijkst.
“Het seizoen startte met een festival. Dat vraagt om internationale namen”, zegt Cré. “Anders toon je dingen die iedereen al twintig keer heeft gezien. Wat doe je als je intercontinentale acts schrapt? Je moet harder nadenken en proberen om een interessant Europees programma in elkaar te boksen.” “Zo moeilijk is dat eigenlijk niet”, zegt Ken Van Roose. “Europa is gemakkelijk te doorkruisen met de trein.” Uiteindelijk zijn er voor Festivaaalllaallal twee artiesten overgevlogen. Een daarvan was Sven-Åke Johansson, een zeventigjarige muzikant die in Berlijn woont. “Dennis Tyfus, die hem programmeerde op zijn Bruismelkfestival, zag het niet zitten om zo'n oude man op de trein zetten”, zegt Cré. “Maar we hebben er wel over gediscussieerd. Uren zijn daarin gekropen. Ook interessant, want als je dan uiteindelijk toch voor het vliegtuig kiest, doe je dat veel bewuster. Bovendien hebben we geprobeerd om onze misstappen te compenseren. Zo hebben we een groentetuin aangelegd voor de Volkskeuken. Al is dat niet helemaal gelukt: de oogst was kleiner dan gehoopt. We hebben er maar één avond mee kunnen koken. Volgend jaar proberen we dat opnieuw. Het is erg arbeidsintensief, maar het is gewoon een kwestie van het te doen. In plaats van alles van ver te halen, bekijken we wat we hier binnen handbereik hebben, zowel op vlak van voedsel als op vlak van artiesten.”
Ook de communicatie omzetten naar zwart-wit lag gevoelig omdat er gevreesd werd dat de Scheld'apenflyers niet meer zouden opvallen tussen de massa drukwerk die mensen dagelijks moeten doorploeteren. Van Roose: “Eerst was er wat weerstand, maar uiteindelijk hebben we zelfs de website in zwart-wit gezet. Dat heeft natuurlijk geen impact op het milieu, maar het is wel een duidelijk signaal.” Eén uitzondering op de promo in zwart-wit is de vrijwilligersflyer. “Die hadden we helaas al in augustus gedrukt, in kleur”, zegt vrijwilligersverantwoordelijke Karen Cosemans. “Heel spijtig, maar hem niet verdelen terwijl hij wel gedrukt was, zou nog stommer zijn.”
Tot slot de grootste moeilijkheid: vlees. Hoewel Scheld'apen in de Volkskeuken al langer vegetarisch kookt, ging de omschakeling naar volledig vleesloos niet zonder slag of stoot. Sinds 1 september krijgt niemand nog vlees, ook niet als de artiesten er expliciet om vragen. “Daar is heel wat discussie over geweest”, aldus Vos. “Maar met het geld van Scheld'apen wordt er geen vlees meer gekocht. Dat zijn dingen die je gewoon beslist. Eens de keuze gemaakt is, is het geen moeite meer.” Al denkt niet iedereen daar zo over. “Er is bijvoorbeeld een vrijwilliger die hier soms stiekem vlees eet”, zegt Cosemans. “Maar liever dat dan dat hij niet meer zou komen. En als kunstenaars of vrijwilligers het zelf gaan kopen, kunnen wij daar moeilijk iets aan doen.”
De rest was een fluitje van een cent. Bij Scheld'apen is er sowieso een traditie van recycleren, dus voor decors was dat geen probleem. Vos: “Voor je decor is er altijd een bepaald budget. En het moet sowieso in een transportmiddel passen, of dat nu een vliegtuig, een camionette of nog iets kleiner is. Waarom zou je dan niet eerst rond je kijken om te zien of er materiaal ligt dat je kunt gebruiken? Om een idee uit te werken heb je altijd meerdere opties. Al te vaak wordt er gewoon gekozen om naar de winkel te gaan en daar dingen te kopen, terwijl je zo veel andere mogelijkheden hebt.” De auto wordt bij Scheld'apen amper gebruikt. Iedereen komt met het openbaar vervoer en de fiets naar het werk. Van Roose: “Deze zomer had Nicolas Delalieux voor de Zomer van Antwerpen een voorstelling gemaakt. Hij heeft een bak met materiaal te voet meegesleept van hier tot op de plek waar hij moest spelen. Toen was het seizoen nog niet begonnen dus dat was voor het Handvest zelfs niet nodig.”
Alle thema's die het Handvest aanraakt, zijn al langer een bezorgdheid van Scheld'apen. Maar dit kunstwerk van Verdonck was een mooie aanzet om de hele organisatie te overdenken. “We zullen blijvend reflecteren over hoe we efficiënt en duurzaam kunnen werken”, zegt Vos. “Wij, en bij uitbreiding de hele culturele sector, hebben een voorbeeldfunctie en een verantwoordelijkheid. We krijgen zo veel vrijheid. Als wij dit Handvest al niet kunnen volgen, kunnen we dat van bedrijven helemààl niet verwachten.”
Wat gebeurt er in Scheld'apen wanneer het Handvest afloopt? Cosemans: “Voor mij voelt dit niet aan als een buikriem die je aanspant. Ik kijk niet noodzakelijk uit naar het einde.” Cré: “Een half jaar een aantal dingen anders doen is een interessant experiment om de vanzelfsprekendheden in de kunstensector in vraag te stellen. Na een grondige evaluatie zullen we zien wat we structureel in onze organisatie kunnen inbedden.” Dat ze vegetarisch blijven eten staat al min of meer vast. Het promotiemateriaal zal vermoedelijk terug in kleur gedrukt worden. Maar er wordt wel nagedacht over een verderzetting én radicalisering van het Handvest. “Op vlak van voedsel kunnen we nog veel consequenter worden”, zegt Van Roose. “We zouden meer rekening moeten houden met de herkomst van producten en meer lokaal kopen, want een blik tomaten is vaak al vijf keer de wereld rondgevlogen. Hetzelfde geldt voor drank. Eigenlijk zouden we geen drank meer mogen serveren waarmee we foute bedrijven steunen.” Cosemans vult aan: “Ik vind dat we de auto nog te veel gebruiken. Daarom heb ik voorgesteld om een bakfiets te kopen om mee naar de winkel te gaan.” “Verder kunnen we overschakelen op volledig groene energie”, zegt Van Roose. “En ethisch bankieren is iets waar we al langer over nadenken. Tot slot willen we het thema ecologie meer op de agenda zetten door bijvoorbeeld relevante lezingen en films te verankeren in onze programmatie.”
KVS en Toneelhuis zeggen nee, maar ja. Ja, maar nee
De KVS en het Toneelhuis, de twee grote huizen waar Benjamin Verdonck werkt, hebben het Handvest allebei niet ondertekend. Artistiek leider van het Toneelhuis Guy Cassiers: “We zijn een huis met vele gezichten. De autonomie van elke kunstenaar onder ons dak stellen we voorop. We proberen Benjamin Verdonck zo goed mogelijk te omkaderen, maar dat moeten we ook doen met onze andere artiesten. Dat is net de rijkdom van het Toneelhuis. Iedereen apprecieert het Handvest, maar ondertekenen gaat voor ons te ver. We hebben elke avond een publiek van vijfhonderd mensen in de Bourla. We volgen een traject en een half jaar lang het Handvest volgen, zou een enorme aderlating zijn. We hebben artiesten in huis die hun eigen taal in de grote zaal ontwikkelen en we willen hen daarbij niet beperken door bijvoorbeeld enkel met recyclagemateriaal te werken. Dat zou hun proces een halt toe roepen én het zou niet beantwoorden aan wat we in ons subsidiedossier hebben geschreven. We hebben een verantwoordelijkheid ten opzichte van onze subsidiënt. Verder is voorstellingen internationaal laten reizen een belangrijke taak voor een groot huis. Dat levert zowel artistiek als budgettair een meerwaarde op. Bovendien vinden we het belangrijk om binnen Europa samen te werken. Daarin hebben we als culturele sector een symboolfunctie.”
“Zelf sta ik achter de inhoud van het Handvest. De ideeën neem ik zo veel mogelijk mee in alle beslissingen die ik neem. In de praktijk heeft het Handvest dus zeker gevolgen gehad. Zo hebben we een ecoteam in huis dat de vinger aan de pols houdt en aanbevelingen doet inzake duurzaamheid. Maar het Handvest officiëel ondertekenen konden we niet doen.”
Ook voor de KVS ging het Handvest wat te ver. “Het was te radicaal en het kwam te snel”, zegt KVS-dramaturg Sébastien Hendrickx. “Voor een groot huis zou het té ingrijpende gevolgen hebben. Op vlak van programmering waren er bijvoorbeeld al afspraken gemaakt met artiesten die moeten vliegen om hier te geraken.”
Toch heeft de KVS echt overwogen om het Handvest te ondertekenen. “Onze tussenoplossing zou zijn om mee te doen, maar ons falen openlijk te communiceren. We wisten op voorhand dat we niet alle regels consequent zouden kunnen volgen, maar die inconsequenties zouden we openlijk meedelen. Zo wordt het duidelijk wat echt mogelijk is en wat niet. Maar onderweg stuitten we op zo veel onmogelijkheden dat het belachelijk leek om met veel bombarie te verkondigen dat we meedoen als we ons eigenlijk aan de meerderheid van de dingen niet kunnen houden.”
Andere grote bezwaren waren dat het Handvest top down allerlei regels vastlegt die maar een korte periode gevolgd moeten worden. “Een half seizoen zulke radicale wijzigingen doorvoeren leek ons minder duurzaam dan iets op langere termijn. Daarom kozen we voor een eigen initiatief: KVS 2020. Top down werd dus bottom up. We hadden voordien al een ecoteam, maar het Handvest heeft dat verbreed én in een stroomversnelling gebracht.” Een aantal ideeën die de KVS tegen 2020 wil realiseren: minder producties maken, elk met langere productie- en speelperiodes, meer vergaderen via conference calls, zonnepanelen installeren, ethisch bankieren bij Triodos, een groententuin aanleggen op het dak van de KVS, minder papieren communicatie. Zo is er een hele reeks plannen, het ene al radicaler dan het andere. “We willen open en eerlijk communiceren over het proces van KVS 2020. We zullen dus niet alleen berichten over de successen, maar ook over de praktische moeilijkheden en de doodlopende straatjes.”
We agreed on everything
Is het Handvest een geslaagd kunstwerk? “Het Handvest kan enkel een goed kunstwerk zijn als een hele hoop organisaties het een half jaar hadden gevolgd”, zegt Tile Vos van Scheld'apen. “Zelfs als ze hadden gefaald was het nog interessant, want dan weet je pas écht wat er al dan niet realistisch is om te doen.”
Naast de vraag of het kunstwerk gelukt is, dringt de volgende vraag zich op: wat ìs precies het kunstwerk? Het Handvest als idee, als concept? Het feit dat Scheld'apen het Handvest een half jaar lang aan het volgen is? Of de ecoteams die de KVS en het Toneelhuis hebben opgestart terwijl het Handvest ironisch genoeg net vroeg om de ontbinding van alle ecoteams?
De oorspronkelijk bedoelde eindfase van het project was dat iedere organisatie die het Handvest ondertekende geld opzij zou zetten om na een half jaar één of meerdere billboards te huren met daarop tegen een witte achtergrond in zwarte letters ondersteboven de tekst: 'we agreed on everything'. Een absurd, maar zichtbaar signaal. En die zichtbaarheid ontbreekt nu. Of zoals Jozef Wouters zegt: “Het grootste probleem is dat het probleem nooit zichtbaar zal zijn. Dat we, als alles loopt zoals we nu denken, in 2100 in ons zacht klimaat en zacht zand gaan liggen zonder ooit een probleem te hebben gezien.” Gelukkig is Scheld'apen alvast aan het sparen voor een billboard.
Jozefien Van Beek
november 2012