Met dat mooie beeld beschreef dramaturge Marianne van Kerkhoven nu bijna vijfentwintig jaar geleden de relatie tussen het theater en de wereld daarbuiten. Sindsdien is de druk van buiten op die wanden alleen maar groter en heftiger geworden. De wereld verandert snel en ingrijpend. Nieuwe en dwingende issues dringen zich op: het klimaat, de migratie, de stedelijke superdiversiteit, de #metoo-beweging, de sociale en politieke onrust in Europa,... Ook in de kunsten zelf wordt met een kritische blik gekeken naar alles wat grote instelling, wit, hetero en man is. Dat zijn vier categorieën die beschouwd worden als de historische verantwoordelijken voor uitsluiting en discriminatie. En niet zonder reden. Het zijn geen kleine uitdagingen!
Al die thema’s zijn direct of indirect aanwezig in onze voorstellingen, hoe onderling verschillend ze ook zijn. Precies omdat ze onderling zo verschillend zijn. De Duitse filmmaker Wim Wenders zegt ergens: “De belangrijkste politieke beslissing die je maakt is waarheen je de blik van de mensen richt. Met andere woorden, wat je hen toont, dag in dag uit, is politiek.” Door de eigenzinnige artistieke keuzes van de verschillende makers wordt een brede kijk op de hedendaagse discussies geworpen. Het onderlinge verschil tussen de makers in Toneelhuis is altijd zeer groot geweest en dat is bewust zo. De wereld laat zich al lang niet meer vanuit één standpunt begrijpen.
Theater heeft voor mij altijd in het teken gestaan van het begrijpen van het heden vanuit het verleden om op die manier een toekomst mogelijk te maken. Op zijn beurt moet het verleden vanuit de inzichten van het heden steeds opnieuw kritisch worden geëvalueerd. Welke stemmen werden er niet gehoord? Welke verhalen werden verzwegen? Maar ook: wat is waardevol om mee te nemen naar de toekomst? Wie zijn geschiedenis niet kent, loopt doof en blind in de wereld rond. De tragedies van Sophocles en de slam poetry van Kate Tempest reiken in het volgende seizoen elkaar de hand.
Theater is de ruimte bij uitstek voor dialoog: niet alleen dialoog tussen verleden, heden en toekomst, maar ook en heel concreet tussen verschillende kunstenaars, dialoog tussen verschillende disciplines, dialoog tussen lichaam en technologie, tussen woord en beeld, tussen tekst en muziek, tussen ruimte en object,... En die dialogen vinden hun noodzaak in de dialoog met u, het publiek.
Het zal u niet ontgaan zijn dat ik besloten heb om mijn artistiek leiderschap eind 2021 af te ronden. Dat er reeds intens gediscussieerd wordt over een nieuwe invulling van Toneelhuis en dat er verschillende scenario’s voor de toekomst gesuggereerd worden, kan ik alleen maar toejuichen. Het bewijst dat het theater nog steeds een vitale publieke plek is, een openbare experimenteerruimte. Het maakt in elk geval duidelijk dat Toneelhuis een plek is die er in Antwerpen en in Vlaanderen toe doet. Dat is een van mijn belangrijkste streefdoelen als artistiek leider geweest. Theater maken van nu. Over nu. Voor (n)u.
De Franse filosoof Gilles Deleuze zegt: “Het ontbreekt ons niet aan communicatie. Integendeel. We hebben te veel communicatie. Het ontbreekt ons aan creatie. Het ontbreekt ons aan verzet tegen het heden.” Theater is het medium van traagheid, verstilling en verdieping. Daarin wordt theater steeds unieker. En dit in tegenstelling tot het vluchtige en het impulsieve van veel andere media. Dat heeft zich in Toneelhuis vertaald in lange trajecten die we met een aantal theatermakers en met u, ons publiek, hebben afgelegd. En we zijn nog niet aan het einde daarvan. Er wachten ons samen nog twee fantastische seizoenen, dat beloof ik u. In het komende uur krijgt u een voorsmaakje van wat u dit seizoen mag verwachten.
Ik begon met een verwijzing naar het theater als gebouw. Ik wil er ook mee eindigen. “In de oorlog staat de donkerte aan niemands kant, in de liefde bevestigt de donkerte dat we samen zijn”, aldus John Berger. Niet alleen in de liefde, maar ook in het theater, als de lichten uitgaan, bevestigt de donkerte dat we samen zijn.
Ik dank u.
Guy Cassiers