Inleiding verkiezingsdebat 'Wat moet Cultuur in Vlaanderen'

Inleiding verkiezingsdebat 'Wat moet Cultuur in Vlaanderen'

door Pascal Gielen

Met de Vlaamse verkiezingen op 9 juni 2024 in het vooruitzicht, organiseerden Toneelhuis en ARIA (Antwerp Institute for the Arts) een politiek debat in de Bourla. Auteur en cultuursocioloog Pascal Gielen leidde de avond in. Lees hier de integrale tekst, die een aanzet gaf tot de discussie over de rol van cultuur.

WAT MOET CULTUUR IN VLAANDEREN?

Zonder cultuur is er niets. Geen woorden…
Zonder cultuur is er niets, ook geen ongemakkelijk gevoel wanneer die woorden stilvallen. Misschien zelfs geen lach of een traan.

We staan erbovenop, we lopen, dansen en slapen op cultuur. We ademen cultuur. Sorry PVDA, misschien moeten we onze oude vriend Marx wel op zijn kop zetten. Cultuur is niet de bovenbouw, maar wel de onderbouw van de samenleving. Ongelijkheid of het streven naar gelijkheid zijn nu eenmaal deel van een cultuur. 
En sorry CD&V, niet het gezin is de hoeksteen van de samenleving, maar wel cultuur. Toch van de moderne samenleving. En ook landbouw is cultuur. Ook economie is cultuur. Een vrije markt is cultuur. Ja Open Vld en N-VA, ook bedrijfscultuur en ondernemingszin zijn cultuur. Verandering is verandering van cultuur. Belastingen zijn cultuur, de keuze voor meer of minder belastingen is al zeker cultuur. ‘Diepblauw’ is cultuur. Ook zorg is cultuur. Hoe we met ouderen, jongeren en zorgbehoevenden omgaan is cultuur. En sorry Groen, maar ook onze natuur is cultuur. AGALEV - Anders Gaan Leven, Arbeiden en Vrijen – was het geen oproep tot een heuse cultuurrevolutie? 
En ja Vlaams Belang en N-VA, ook Vlaamse cultuur is een cultureel gegeven. Lokale cultuur is cultuur - en of we die uitsluitend wit of superdivers kleuren, heeft alles te maken met cultuur. Afijn, ook wel met kleurenleer. 
En sorry Vooruit, maar de Vooruit, zo heette tot voor kort een prachtig cultuurhuis in Gent. Soit, ook vooruitdenken is cultuur. 
Geen innovatie zonder cultuur, geen technologie zonder cultuur. Geen politiek en al zeker geen partijprogramma’s zonder cultuur. Vlaanderen Verbeeldt, inderdaad, en verbeelding is…. tja,… niets meer dan cultuur. 

Ik kan zo nog wel een uurtje doorgaan. Cultuur is het fundament waarop we staan. Ze schept de horizon waar we naartoe wandelen en ze geeft ons de energie en de goesting om naar die immer verschuivende horizon te springen en te zingen. Ze houdt ons soms voor de gek, cultuur, maar ze houdt ons ook in leven. Ze geeft ons levenslust. Cultuur is de enige die ons middelen aanreikt om zin en betekenis te geven aan ons leven. Cultuur is het hart van de samenleving. Ze pompt het bloed door haar aders. Ze is het vitale orgaan van ons gedeelde lichaam en we hebben zo maar één orgaan. Wees dus zorgzaam!

Ik hoef de zaal hier wellicht niet meer van te overtuigen. Maar hoewel cultuur tot in de kleinste vezels van de samenleving ons doen en laten bepaalt, wordt ze nauwelijks erkend door de politiek. Ik moet toegeven dat het aantal woorden dat aan cultuur in partijprogramma’s wordt gespendeerd in vergelijking met tien jaar geleden aardig is toegenomen, maar in vergelijking met andere thema’s blijft die aandacht toch wel erg beperkt. 
Ook in het onderwijs wordt cultuur alsmaar meer in het nauw gedreven. Ze wordt vandaag gemakkelijk gereduceerd tot taalvaardigheden en technische competenties. Er is steeds minder aandacht voor logisch redeneren, retorica en argumenteren. Nog minder voor empathie en poëtica of politieke verbeeldingskracht. 
In steden worden ruimten voor cultuur dan weer ‘weg-gegentrificeerd’. Cultuur is ook gewoonweg te duur. Het cultuurbudget blijft peanuts op de Vlaamse overheidsbegroting. Zeker in vergelijking met onze buurlanden loopt Vlaanderen ver achterop. En dan hadden we het nog niet over Hongarije. Hongarije, het land dat binnen Europa de hoogste subsidies per inwoner aan cultuur besteedt. Viktor Orbán! Een man van cultuur??? Dat stemt tot nadenken… 

Progressieven hebben door de band minder over voor cultuur dan conservatieven. Toch in Europa. Afgelopen week heeft het Vlaams Belang alvast laten weten dat het die conservatieve traditie stevig wil verderzetten. Aan progressieve kant lijkt men die traditie te willen doorbreken. Links of rechts, bijna iedereen wil méér geld voor cultuur. Dat kunnen we alleen maar toejuichen, niet? 
Nu ja, meer of minder voor cultuur is misschien niet de belangrijkste vraag. Eerder, welke en wiens cultuur willen we nog laten bloeien en groeien? Inclusief of exclusief? Alleen voor wit, of ook voor kleur? Alleen voor de betere middenklasse of toch voor iedereen? Alleen voor creatieve ondernemers die netjes in de pas lopen, of toch ook nog voor kunstenaars die kritisch, soms gewoonweg irritant en onvoorspelbaar ambetant zijn?

In het Vlaanderen van vandaag wordt de cultuursector, maar ook het onderwijs en de zorg in de tang genomen tussen overheid en markt, tussen overregulering en commercialisering, tussen micromanagement en ondernemerschap. De meetbaarheidswaan. Latten die maar niet hoog genoeg liggen. Maar schoonheid is toch mateloos, mateloos genereus ook. Hoe zoiets te meten? Waarom zoiets meten? 
Een beleid dat alsmaar meer verantwoordelijkheden uitbesteedt, verantwoordelijkheden naar de markt schuift – zo’n overheid schuift die verantwoordelijkheden ook gemakkelijk van zich af. Een beleid dat tegelijkertijd audits en controle opdrijft, politieke pionnen in bestuursorganen poot; telkens nieuwe digitale systemen invoert – zo’n beleid leidt tot machteloosheid en wantrouwen. Geen fut meer, geen goesting meer, maar ook geen vrijheid meer. Niet alleen in de cultuursector of voor de VRT, maar ook voor leerkrachten, arbeiders, boeren, zorgverleners en voor jonge ondernemers. Hoeveel subsidiegeld gaat er vandaag niet naar controle, naar audits, naar consultancy, naar verantwoording en naar meten. Een beleid dat de mond vol heeft van efficiënte leidt paradoxaal genoeg naar hyper-inefficiëntie. We raken geblokkeerd. 
De auditsamenleving! - hoeveel verkwist die niet aan een management van wantrouwen, en vooral aan negatieve energie? Ja, ook dat is cultuur. Mainstreamcultuur en tegenwoordig de heersende politieke cultuur. 
Het geeft mensen het gevoel van zinloosheid, het gevoel dat ze veel zinloos werk moeten verzetten, bullshitjobs doen, hun werk nooit goed genoeg doen, en zich daar tegelijkertijd eindeloos voor moeten verantwoorden. De politiek verslijt veel woorden aan zorg, onderwijs en cultuur, maar structureel krijgt het personeel het mes op de keel. Officieel klinkt het dat het allemaal te veel kost. Cultuurwerkers, opvoeders, zorgverleners zijn gewoonweg te duur. Overbodig dus. Ze zijn niet efficiënt genoeg en worden daarom liever weggesaneerd of weggepest want ‘weggecontroleerd’. 

De gevolgen zijn gekend: burn-out, depressie, uitval, tja, het gevoel van algehele zinloosheid. Het gaat niet goed met de mentale gezondheid van onze jongeren. En u, politici, u weet écht niet waar dat vandaan komt? Komaan zeg! Na twintig jaar beleid van angst en veiligheid, waarbij de begroting in evenwicht belangrijker is dan de kwaliteit van het leven, dan liefde, warmte en genegenheid, dan tederheid. Weet u nu echt niet waarom er zoveel mensen beginnen twijfelen aan de zin van hun werk en hun leven?  

Was dat nu net niet de rol van cultuur? Zin geven. 
Ademruimte bieden. Aan jonge kunstenaars, maar ook aan ravers, skaters, rappers, aan levenslustige, maar kwetsbare jongeren en aan al wie géén goesting heeft om op het ritme van het algoritme te marcheren. Voor al wie niet de berekenbare paden van de vrije, maar dwingende markt wil afrijden. Want keuzevrijheid tussen dit of dat product, tussen dit of dat abonnement, is geen echte vrijheid. Ze biedt geen vrijheid op autonomie en zelfbestuur - het recht om je eigen leven te creëren. Je eigen weg uit te tekenen. Autonoom nieuw leven maken, dromen ventileren, schoonheid genereren. Kan het in Vlaanderen nog buiten de markt? En kan het dan nog zonder politieke bemoeienis? Past geluk nog binnen de begroting?

Niet alleen bureaucratische verantwoordingsneurose werkt verstikkend, ook voorgeprogrammeerde muzieklijstjes en stijf ingeplande creatieve hubs of voorspelbare evenementen leveren ons een geformatteerde cultuur. Verveling en saaiheid ook. En tegelijkertijd vernietigende concurrentie. Het leidt tot kunst in pakjes. Allemaal in hetzelfde maatpak, dezelfde snit. ‘Competitief isomorfisme’ noemen sociologen dat: wanneer de onderlinge concurrentie wordt opgedreven, gaan we steeds meer naar elkaar kijken om ons van elkaar te onderscheiden. Maar we gaan daardoor paradoxaal genoeg ook steeds meer op elkaar lijken. Eindeloze spiegeling. Steeds meer van hetzelfde. Monocultuur. Hoe zo nog buiten de lijntjes kleuren?  
Was dat niet de belangrijkste opdracht van kunstenaars en creatieven: out of the box denken – ‘out of the box’ - een cliché van een kreet die tegenwoordig nogal hol klinkt. Wie vandaag nog ‘out of the box’ roept, geeft vooral toe dat hij binnen de box heeft leren roepen. 
Soit, juist wel buiten de lijntjes kleuren; radicaal anders denken, was dat niet de taak van kunstenaars? Telkens laten zien dat het ook allemaal anders kan. Vlaamse kunstenaars doen dat al jaren met een enorm engagement en met internationaal veel bekijks. Kritisch zijn, moeilijk doen ook. Kunst moet schuren. Kunst moet openbreken. Dat is alvast wat kunst voor een cultuur moet doen: onmaat buiten de maat dirigeren, mogelijkheidszin creëren. Dat om dogma’s en fundamentalismen tegen te gaan. Ook om polarisatie, populisme en zwart-wit denken te vermijden. En misschien wel vooral om de mentale verstikking tegen te gaan. Zinsvernauwing. Ademnood. Cultuur brengt zuurstof. Kunst brengt kleur, of als je wilt: Vijftig tinten grijs. Een oneindig palet tussen zwart en wit.   
Een horizon schetsen, een weg schilderen en geluk uitzingen. Licht in dit tijdperk van de wanhoop laten schijnen. Terug schoonheid brengen. Jongeren hebben dat broodnodig. Het is levensnoodzakelijk. Alternatieve wegen aanwijzen, uitwegen bieden. Waar naartoe in tijden van klimaatrampen, oorlogen, virussen, markthysterie, burn-out en depressie? Hoe nog het hoofd boven water houden – letterlijk en figuurlijk dan. Hoe ook het hoofd koel houden – alweer letterlijk en figuurlijk. 

Dit moet cultuur doen: ons de weg wijzen, ons een houvast bieden, ons hoop geven, ons warmte bieden en ons met de glimlach vol goeie moed naar de toekomst laten lonken. Nieuwsgierig zijn, misschien wel erotisch zijn. Verlangen. Terug vaste grond onder onze voeten scheppen. Maar ons tegelijkertijd laten trillen en rillen. Resoneren met het leven. Levenslust. Ambiance, zeker dat! En hoop, hoop, hoop, hoop op een betere toekomst. Of gewoonweg op een toekomst. 
Maar misschien vooral dit: vertrouwen! Zelfvertrouwen. Vertrouwen om vol vertrouwen aan een toekomst te bouwen. Lef, goesting. Dat mis ik toch vooral in partijprogramma’s: de verbeelding van een hoopvolle toekomst en een paar wegwijzers om daar te geraken. Het smaakt allemaal zo zuur vandaag. Het ziet overal zo zwart, die toekomst. Hoe uit de negatieve spiraal geraken? Politieke verbeeldingskracht. Welke partij laat straks de zon nog opgaan? Wie biedt er nog hoop? Welke partij zet nog in op een gelukkig leven? Op een cultuur van mentaal herstel, op weerbaarheid en geluk? Niet alleen jongeren smeken erom. 

Daarom zou ik graag deze avond met een open vraag beginnen. Wat moet cultuur voor u, politici? Wat moet het in een samenleving doen, wat moet het voor mensen doen? Wat moet het voor onze natuur doen? Ik stel de vraag bewust algemeen, wat abstract én emotioneel, in de hoop op een oprecht antwoord. Graag een uit het diepste van uw hart! Heel even, nog niet besmet met verkiezingsgekletter. Voor even nog geen beloftes of electorale steekpartijen. Dat komt er straks wellicht sowieso wel van. 
Laten we ons nog heel even inhouden. Sereniteit, luisteren en bedachtzaam spreken - ook dat is cultuur. Misschien wel een betere debatcultuur. Wie weet wel een betere politieke cultuur.
Laten we nog even wegblijven van concrete dossiers, van meer of minder geld voor deze of gene kunstenaar, voor deze of gene tak van sport. Ik weet het, de aanloop van de verkiezingen is daarvoor misschien wel het slechtst gekozen moment. Maar zouden jullie het toch voor heel even willen proberen. Het gaat immers om een fundamentele vraag, misschien wel een existentiële vraag. Wat vermag cultuur nog in Vlaanderen? Wat doet cultuur voor u, en wat moet cultuur voor u? 

Dank u.

Ook interessante producties: