Music was my first love: een verslag van Siska Baeck

Music was my first love: een verslag van Siska Baeck

Op 28 maart 2024 ging in de Kambala de eerste Aan Tafel van dit seizoen door. Gastdramaturg Siska Baeck ging aan de hand van een playlist van een tiental nummers in gesprek met Toneelhuismaker Benjamin Abel Meirhaeghe. Lees hier haar neerslag van die bijzondere avond.

Music was my first love (oftewel: “Aan Tafel#1”) was een dramaturgische avond met een vleugje performance. Benjamin opende namelijk de avond met zijn versie van Purcells beroemde aria When I am laid. Wat we na deze avond kunnen concluderen, is dat experiment en een fijne, ontspannende en prikkelende avond elkaar zeker niet in de weg staan!
Enkele (frivole) reflecties. 

1. (Zo goed als) iedereen lag op kussens, we zaten dus niet aan tafel

Benjamin en ik wilden het publiek laten liggen om een andere luisterhouding bij de toeschouwer los te maken. Het was dan ook een avond rond muziek. Maakt liggen ontvankelijker? Vervallen we tijdens zitten makkelijk in gekruiste armen en een oordelende blik? Als je ligt, wapen je jezelf dan minder? De uitnodiging te gaan liggen was eveneens een uitnodiging tot autonomie. Het publiek kon zich niet veilig nestelen in het vertrouwde van een theaterstoel, maar mocht met een vijftal (of meer) kussens aan de slag gaan om ieder voor zich (of als verliefd koppeltje) een ligplekje te creëren. Zo bevond iedereen zich op hetzelfde, horizontale niveau: de kunstenaar, de gastdramaturg en het publiek. Aandoenlijk worstelden we allen met de zoektocht naar horizontaal comfort op de niet al te warme scènevloer. De architectuur van een theater leent zich nu eenmaal meer tot zitten en verticaliteit. Een architectuur kan je helaas niet zomaar transformeren door de toevoeging van enkele kussens. Maar misschien heeft de weerbarstigheid van een architectuur ook wel enkele wijsheden te verkondigen? 

2. Niet alleen de rede, maar ook de zintuigen: de mens als complex, ingewikkeld geheel 

De avond was een intensieve luistersessie waarbij ook andere zintuigen zoals geur en smaak werden aangesproken. Zowel Benjamin als ik grepen gretig deze kans aan om voor een avond even niet op het visuele te focussen. Tien muzieknummers die Benjamin inspireren en raken passeerden de revue. Elk nummer werd gekoppeld aan een bepaald hapje of drankje, en zelfs aan een bloesemtak die werd doorgegeven. Opdat onverwachte associaties zouden kunnen ontstaan. Tussendoor ging ik met Benjamin in gesprek. Niet alleen over de muziek, maar ook over zijn kunstenaarschap en zijn verlangens en intenties binnen theater. 

3. Buiten het beschouwende breken

Als dramaturg vind ik het belangrijk dat reflectie buiten de lijnen van het puur beschouwende kan breken. Want wat is een denken zonder praktijk? Ik ben er rotsvast van overtuigd dat wanneer denken en handelen zich met elkaar kunnen vervlechten en vermengen, er nieuwe en spannende gedachten ontstaan. Gedachten die onmogelijk vanuit een strikt cerebrale ruimte kunnen ontstaan. Dankbaar ben ik aan Benjamin dat hij dit met mij wilde aangaan. Dit was zeker spannend. Vlak voor we zouden starten, trok Benjamin namelijk aan mijn mouw: Siska, vroeg hij, wat gaan wij eigenlijk in godsnaam doen? Dan nam ik mijn notitieboekje erbij, herhaalde ik rustig alle stappen van de avond en zei: als je het niet meer weet, vertrouw dan gewoon op mij, ik los het wel op, en daarbij, als je het niet meer weet, wordt het mogelijks net interessant. Een van mijn intenties voor de avond was namelijk om samen met Benjamin luidop na te denken in het moment zelf, zo tot nieuwe gedachten te komen en die meteen te kunnen delen, in plaats van na te vertellen wat we elders al eens geformuleerd hebben. Ik denk dat de meeste mensen het nogal saai vinden om iemand voor de zoveelste keer hetzelfde te horen vertellen. Tot steeds dezelfde verhalen zijn we al aan de familietafel veroordeeld. Of dat beweert Natalia Ginzburg toch in haar boek Familielexicon. Daarenboven denk ik ook dat het hoorbaar is in iemands stem en manier van formuleren wanneer zij/hen/hij zomaar iets herkauwt of echt zoekt en tast naar woorden. 

4. Alle mensen moeten eten, eten als iets democratiserends en verbindends


5. Citaat van Meredith Monk

In Benjamins werk staan ongewone stemmen centraal, niet alleen die van hemzelf. Dit is een inzicht van Meredith Monk toen ze besefte dat de stem, net zoals het lichaam, een wereld van mogelijkheden herbergt: “In een flits besefte ik dat de stem dezelfde flexibiliteit en bereik als een lichaam kon hebben en dat ik een vocabularium kon vinden gebouwd op mijn eigen stem, zoals een choreograaf bewegingen baseert op het eigen lichaam.” 

6. De abstractie van een noot 

Benjamin heeft een zwak voor castratenstemmen. Misschien net omdat dit stemmen zijn die vergaan zijn en niet meer bestaan? Ik vroeg hem of zijn belangstelling iets te maken heeft met de onschuld van zulke stemmen, het ongerepte? Daar ging hij niet echt op in, het gaat Benjamin eerder over wat een stem of zelfs één noot kan doen. De abstractie daarvan. En hoe een noot bijvoorbeeld ook recht naar je hart kan gaan en je daar kan raken. Een abstractie die ontroert. 

7. Creatie vanuit wat je mist i.p.v. reproduceren van wat er al is

Toen we naar een lied van Björk aan het luisteren waren en het publiek een chocoladepraline kreeg die in hun mond zou ontploffen, vroeg ik Benjamin wat voor hem een utopie in theatermaken zou kunnen zijn? Vanuit de grote zaal gaat het hem toch om een visie op de toekomst te kunnen bieden, dat kan al gelden als utopie. Niet zomaar nostalgisch terug te grijpen naar het reeds gekende en geliefde, maar echt te voelen wat er mist, wat je als kunstenaar mist. Dit is het vertrekpunt voor creatie van deze kunstenaar. 

8. Provocatie versus ontroering 

Benjamin is op zoek naar het zachte en het collectieve. De kracht van een groep mensen die je op scène ziet staan en die het samen uitzoeken. Een van de sterktes van zijn werk is hoe er ruimte is voor ‘tegenkleuren’. Soms lacht het werk zichzelf uit, andere keren biedt het speels perspectief, en heel soms kijkt het gewoon, observeert, staat het stil. 

9. Enkele weetjes over Le Sacre du Sacre du Printemps (1913) van Igor Stravinsky, voor de liefhebbers van feiten 

Dit is een muziekstuk waarin de oerkracht van het ritme sterk naar voren komt, een grote inspiratiebron voor Benjamin. Stravinsky gaf het stuk als werktitel ‘het grote offer’. Dit zei hij er zelf over: “Ik zag in mijn verbeelding een plechtig heidens ritueel: wijze ouderlingen, gezeten in een kring, zagen een jong meisje zichzelf de dood in dansen. Ze offerden haar om de god van de lente gunstig te stemmen.” Het werk bleek een voorbode van de nakende oorlog te zijn, is tot symbool verworden van een heel tijdperk.

Muziekkenner en Klara programmator Gerrit Valckenaers schrijft in zijn recente boek Tumult (uitgegeven bij B&L): “In totaal bevat de Sacre veertien vrij korte onderdeeltjes. Een mozaïek van naast elkaar geplaatste blokjes dansen, instrumentale gezangen en processies. Stravinsky verbindt die scènes niet door overgangsstukjes, maar monteert ze als een film met heldere cuts achter elkaar.” Dit is gelijkaardig aan Benjamin zijn manier van monteren en componeren op theater. 

Doorheen de theatergeschiedenis hebben velen zich aan een bewerking ervan gewaagd. In 1960, met Maurice Béjart, was het geen offer maar een ode aan het leven en de dierlijke instincten. Bij Pina Bausch, in 1975, was het een versie op aarde gedanst, ze wilde het gedoemde karakter van de uitverkorene representeren. In 2014, met Romeo Castellucci, waren er geen dansers, maar een installatie met veertien computergestuurde machines die beendermeel over de scène uitstrooien. Een lugubere knipoog naar het post-humanisme. 

10. Generositeit tot slot omdat het met generositeit begint 

Dit verslag zou moeten duidelijk maken hoe ik iets anders met dramaturgie probeer te doen. Wat kan een dramaturgie behelzen die niet puur beschouwt, maar die zich ook opent voor het intuïtieve, het zintuiglijke, daarbij improvisatie en experiment niet schuwt, en waarbij generositeit naar het publiek toe centraal staat. Generositeit als iets waar je mee begint en eindigt. 

Siska Baeck

Ook interessante producties: