Op kamp in de Ardennen merkt de welp Sam al snel dat er iets niet pluis is: hij ontdekt ondermeer een mysterieuze boomhut, bewoond door een verwilderd, gemaskerd boskind, Kai. De andere welpen en leiding hebben echter geen oren naar zijn Sam’s avonturen: de jongen vertelt wel vaker straffe verhalen, en bovendien heeft leider Peter het te druk met flirten met foerierster Jasmijn. Alleen Sam lijkt te beseffen in wat voor gevaarlijke situatie de scouts zich bevinden: Kai blijkt namelijk slechts het hulpje van De Stroper, een lokale psychopaat die het bos rondom het scoutsterrein heeft bezaaid met dodelijke vallen…
De website Supercalifragilistic sprak met Stef Aerts over de film.
Hoe verliep de samenwerking met Jonas Govaerts?
SA: Jonas is een rustige regisseur die van tevoren heel goed wist wat hij wou bereiken. Dat is aangenaam, want dan moet je je eigenlijk alleen nog maar zien te amuseren en jezelf als het ware over te geven aan hem. We hebben elkaar leren kennen toen we op een bepaald moment samen aan iets aan het schrijven waren. Een paar maanden later heeft hij mij gevraagd of ik interesse had om mee te werken aan een project. Ik zag dat meteen zitten omdat ik tijdens het vorige project wel het gevoel had dat er een zekere klik was tussen ons.
Horror is een genre dat zich doorheen de filmtraditie tussen mainstream en arthouse heeft geworsteld. In het slechtste geval komen daar ook een aantal hilarische mislukkingen uit. Ik denk bijvoorbeeld aan de zogenaamde B-films.
SA: Dan ga je er vanuit dat een horrorfilm altijd in een subgenre of het B-film circuit zit en dat hoeft niet meteen zo te zijn, denk ik. Zeker niet met deze film, die zich baseert op avonturenhorrorfilms uit de jaren tachtig en negentig. Wat trouwens allemaal vrij grote, zelfs mainstream, producties waren.
Welp is inderdaad een overtuigende horrorprent met een gestileerde beeldvoering. Maar ga je akkoord dat de personages op de tweede plaats komen?
SA: Ik ben er mij van bewust dat mijn personage zeer rechttoe rechtaan is. Welp is dan ook geen groot, psychologisch drama. Maar het is niet zo omdat er geen diepgravend of emotioneel portret wordt geschetst, dat het daarom een inferieure film is. Er zit trouwens een heel heldere en duidelijke narratieve structuur in. Dat terzijde, was het voor mij ook wel aanpassen om zo’n rol te spelen. Wij zijn het in Vlaanderen helemaal niet gewend om genrefilms te maken – de politiefilms niet meegerekend. Ik merkte vooral aan mezelf dat ik in het begin een beetje in het duister zat te tasten. Een referentiepunt was moeilijk vindbaar omdat wij doorgaans wel de psychologische boog van een personage spelen. Maurice (Luijten) heeft dat misschien wel in de film, maar mijn personage is een gesloten boek.
Hij heeft een hond…
SA: (Lacht) Voilà, daar projecteer ik al mijn emoties op. Nee, de personages rondom Sam zijn er voornamelijk om de plot en het genre te sturen. Maar eenmaal je dat door hebt is het ergens wel bevrijdend om op die manier te spelen. Jonas liet ons ook zo vrij mogelijk in onze interpretatie. Dan begonnen er plots bomen in het bos om te vallen en moesten we schreeuwen voor ons leven. Het was aan de acteurs om er iets van te maken.
Vertaalt horror zich even goed naar het theater als naar het witte doek?
SA: Dat zou natuurlijk wel kunnen, maar het hedendaagse theater wil juist geen narratieve structuur als leidraad hebben. Met ons theatergezelschap zijn wij daar ook helemaal niet mee bezig, met het creëren van verhalen die een begin, midden en een einde hebben. En dat lijkt wel van belang bij horrorfilms. Hoewel bij bepaalde films, zoals The Shining bijvoorbeeld, de plot eerder ondergeschikt is aan de sfeer en de bizarre psyche van het hoofdpersonage. (denkt na) Misschien breng je mij hier nog wel op ideeën.
Worden er bij ons voldoende platformen en kansen gecreëerd voor jonge spelers?
SA: Geen idee. In Nederland heerst er meer een auditiecultuur, ook voor theater. Bij ons is dat eerder ongebruikelijk; onze markt is dan ook een stuk kleiner. Misschien is een extra platform daarom een beetje onnozel omdat je na een week rondkijken iedereen ongeveer wel hebt gezien. Ik heb wel de indruk dat pas afgestudeerde acteurs of actrices in het oog worden gehouden door casting directors. Ik ben zelf eigenlijk ook nog niet zo lang geleden afgestudeerd en het gebeurt weleens dat sommige collega’s naar mij komen met de vraag of ik niet iemand ken voor een bepaalde rol. Het is volgens mij ook de taak van de regisseur of een filmstudent om regelmatig naar het theater te gaan. Kijk maar naar Jonas Govaerts, overigens een grote fan van Abattoir Fermé (theatergezelschap), die naar een stuk van FC Bergman kwam kijken waarin een klein jongetje, genaamd Maurice Luijten, in meedeed.
Tot slot, met welk filmproject ben je momenteel bezig?
SA: Ik ben mij nu aan het voorbereiden voor Belgica (Felix Van Groeningen). Een paar weken terug zijn de repetities van start gegaan en in december beginnen we met filmen.
Welp speelt vanaf Halloween in de bioscoop.