Tussen hoop en verschrikking

Tussen hoop en verschrikking

Een inleiding op de thematiek van Angels in America door dramaturge Ellen Stynen.

"Het is 1985. Vijftien jaar voor het derde millennium. Misschien komt Christus terug." 

 

(Harper in Millennium Approaches, bedrijf 1, scène 3)

"Around November of 1985, the first person that I knew personally died of AIDS. A dancer that I had a huge crush on, a very sweet man and very beautiful. (…) And I had this dream: Bill dying – I don’t know if he was actually dying, but he was in his pajamas and sick on his bed – and the ceiling collapsed and this angel comes into the room. And then I wrote a poem. I’m not a poet, but I wrote this thing. It was many pages long. After I finished it, I put it away. No one will ever see it. Its title was Angels in America." - Tony Kushner
 

Het Reagan-tijdperk

Het is 1987 wanneer Tony Kushner (1956) begint te schrijven aan het toneelstuk Angels in America. De republikeinse president Ronald Reagan zit in de helft van zijn tweede ambtstermijn, en de effecten van zijn economische beleid – ook Reaganomics genoemd – worden alsmaar voelbaarder. Enerzijds voert Reagan enorme besparingen door, o.a. in de sociale zekerheid; anderzijds verlaagt hij vanuit een onwrikbaar geloof in de vrije markt de inkomstenbelastingen in de hoop de economie een boost te geven. Dat lukt maar gedeeltelijk: de werkloosheid daalt, maar de kloof tussen arm en rijk neemt gigantisch toe. 

Het presidentschap van Reagan luidt ook het einde in van de progressieve wind die door de jaren zestig en zeventig waaide, met flowerpower en vrije liefde, de 2de feministische golf, de geboorte van de gay rights movement, … Onder zijn aartsconservatieve bewind wordt er, vanuit een heimwee naar de jaren vijftig, teruggegrepen naar de traditionele Amerikaanse waarden, met een doorgedreven individualisering, een focus op mannelijkheid en heldhaftigheid en een herstel van de klassieke rollenpatronen. 

Deze politieke aardverschuiving valt helaas samen met wat een van de grootste gezondheidscrisissen ooit zal worden: de uitbraak van de aidsepidemie in het begin van de jaren tachtig.

Aids

Op 3 juli 1981 maakt de New York Times voor het eerst gewag van een zeldzame, dodelijke kanker – kaposisarcoom – die op dat moment lelijk huishoudt in de LGBTQI+-gemeenschappen van New York en San Francisco. De eerste benamingen voor de geheimzinnige ziekte zijn GRID (Gay Related Immune Deficiency) en 4H disease, waarbij de 4 h’s staan voor homoseksuelen, heroïnegebruikers, hemofiliepatiënten en Haïtianen. Pas in de zomer van 1982 wordt de naam veranderd in aids: Acquired Immuno Deficiency Syndrome. 

Het zou nog even duren vooraleer wetenschappers ‘hiv’, het virus dat aan de oorzaak van aids ligt, kunnen identificeren. Hiv is een virus dat het immuunsysteem aantast. Wie besmet is met het virus, wordt kwetsbaar voor allerhande infectieziektes, zoals longziektes, herpesinfecties, chronische diarree, ... Bij de uitbraak van het virus in de jaren tachtig is de overlevingskans zo goed als nihil. De paniek is groot – men weet niet zeker hoe het virus overgedragen wordt – en leidt tot stigmatisering, homofobie en discriminatie. “Zij hebben de natuur de oorlog verklaard en nu neemt de natuur op een verschrikkelijke manier wraak”, aldus de conservatieve politicus Patrick Buchanan, die later hoofd Communicatie voor Reagan zal worden. Er wordt gesproken over de ‘gay plague’, en zelfs de benaming ‘WOGS’ circuleert: Wrath of God Syndrome. Televisiedominee Jerry Falwell: “Aids is Gods straf voor een samenleving die zich niet aan Zijn Geboden houdt.”

Duizenden mensen worden ziek en sterven in de eerste jaren na de uitbraak. En president Reagan? Die zwijgt. Pas in 1987 houdt hij een toespraak over aids – waarbij hij aangeeft dat zijn oordeel over aids niet waarde-neutraal kan zijn, en meteen ook voorstelt om het aidsvirus toe te voegen aan de lijst van besmettelijke ziekten op grond waarvan immigranten en buitenlanders een verblijfsvergunning voor de VS geweigerd kan worden. In datzelfde jaar wordt in New York ACT UP opgericht, de Aids Coalition to Unleash Power, een militante actiegroep die druk uitoefent op de politiek en de farmaceutische industrie om haast te maken met vaccins tegen aids en met de behandeling van patiënten. In 1990 neemt het Amerikaanse Congres een wet aan waardoor patiënten die zich dat financieel niet kunnen veroorloven toch medische zorg kunnen krijgen. Na tien jaar lijkt het door te dringen dat hiv en aids geen zelfgezocht probleem zijn van een promiscue gemeenschap, maar een ramp van nationale omvang. Er zijn op dat moment in de VS al duizenden mensen aan aids gestorven. 

Angels in America

Angels in America speelt zich af in 1985 en 1986 en is één grote aanklacht tegen dat tijdperk. Het bestaat uit twee toneelstukken, Millennium Approaches en Perestroika, die samen meer dan zeven uur duren. Het eerste deel, Millennium Approaches, gaat in 1991 in première in San Francisco, en wordt begin 1992 ook in Londen uitgebracht, waarna het opgepikt wordt door Broadway. Eind 1992 worden de twee delen voor het eerst na elkaar gespeeld in Los Angeles. Kushner zal daarna nog jarenlang blijven schaven en vijlen aan de teksten, vooral aan Perestroika. 

Angels in America krijgt laaiende recensies en belangrijke prijzen, en is sinds de première niet meer van het repertoire verdwenen. In 2003 brengt HBO de miniserie Angels in America uit, met o.a. Al Pacino, Meryl Streep en Emma Thompson in een regie van Mike Nichols. In 2004 gaat de operabewerking van Péter Eötvös in première in Parijs. Guy Cassiers regisseert Angels in America in 1995 voor het RO theater in Rotterdam, Ivo van Hove maakt in 2008 een bewerking bij Toneelgroep Amsterdam, en in 2015 volgt de versie van Marcus Azzini bij Theater Oostpool in Arnhem. In België is er in 1994 de Franstalige versie van Brigitte Jaques voor Théâtre National. Olympique Dramatique brengt de eerste Vlaamse bewerking. 

Er zijn geen engelen in Amerika  

(Louis in Millennium Approaches, bedrijf 3, scène 2)

Wanneer hij in 1987 een schrijfopdracht van Eureka Theatre in San Francisco krijgt, weet Tony Kushner meteen waarover hij het wil hebben: Roy Cohn, aids en de mormonen. 
De beruchte en nietsontziende advocaat Roy Cohn – ooit de rechterhand van communisten- en homojager Joseph McCarthy – is kort daarvoor, eind 1986, gestorven aan de gevolgen van aids. Cohn had zijn hele leven hardnekkig ontkend dat hij homo was, en zou tot op zijn sterfbed volhouden dat hij leverkanker had. Ondanks zijn haat voor de corrupte republikein voelt Kushner ook verwantschap met Cohn, die net als hij Jood en homo is. Samen met Roy Cohn haalt Kushner nog een ander historisch personage binnen in het stuk: Ethel Rosenberg – een Joodse vrouw die in de jaren vijftig de doodstraf kreeg nadat ze, mede door toedoen van Cohn, samen met haar man veroordeeld werd voor het lekken van atoomgeheimen aan de Sovjet-Unie.

Tegenover de joodse gemeenschap (met de personages Louis, Roy en Ethel) plaatst Kushner de mormonen (vertegenwoordigd door de personages Joe, Harper en Hannah): een relatief jonge religie die compleet verweven is met de Amerikaanse geschiedenis en gemarkeerd is door migratie, mythevorming en bloedvergieten. De geschiedenis van de mormonen komt overeen met de geschiedenis van de Amerikaanse expansiepolitiek in de 19de eeuw, en heeft veel van de traditionele Amerikaanse waarden (geen seks voor het huwelijk, geen echtscheiding, abortus of euthanasie, vrouwen aan de haard, ... ) geïncorporeerd. 

“The question I am trying to ask is how broad is a community's embrace. How wide does it reach?” Kushner vraagt zich af in hoeverre een gemeenschap zich kan openstellen. Kan de LGBTQI+-gemeenschap de hypocriete Roy Cohn omarmen en erkennen als een van hen? Kunnen Louis en Joe als homoseksuelen toch deel blijven uitmaken van respectievelijk de joodse en mormoonse gemeenschap? En hoe ver reikt de verantwoordelijkheidszin van de burgergemeenschap, in een individualistische maatschappij waar zorgen voor de zieken blijkbaar niet vanzelfsprekend is?


Verbeelding 

Eén ding snap ik niet. Als ik je nog nooit gezien heb, wat zo is, 
dan kan jij niet in mijn hallucinatie voorkomen, want als de geest in staat is iets te produceren dat er niet al in zit – ik bedoel: fantasie is toch niet scheppend
Slaat dit ergens op?

(Harper in Millennium Approaches, bedrijf 1, scène 7)

De ondertitel van Angels in America is A Gay Fantasia on National Themes. En een Fantasia is het inderdaad. De realistische vertelling is doorspekt met surreële elementen: dromen, hallucinaties, verschijningen, sprekende poppen, ... “Gebeurtenissen die zich in dromen en verbeelding afspelen, hebben vaak meer met de waarheid te maken dan het grauwe oppervlak van de realiteit zelf. Vaak hoor je dat wanneer de realiteit ondraaglijk en ontoereikend is, mensen in fantasie vluchten. Door middel van hun verbeelding slagen zij er uiteindelijk in toch bepaalde grenzen te overschrijden. Deze functie van verbeelding en – in het verlengde hiervan – creativiteit heeft mij altijd geïntrigeerd: het troosten en mogelijk maken van overleving. Alleen door middel van verbeelding zijn hoop en verandering denkbaar.” (Tony Kushner in Vrij Nederland, 9 oktober 2004) 

Volgens Louis – Kushners alter ego in het stuk – heeft Amerika geen spiritueel verleden. Het aantal bovennatuurlijke momenten in Angels in America lijkt het tegendeel te bewijzen. Kushner betreurt dat er in de meeste progressieve ideologieën geen plaats is voor het mysterieuze en het transcendente. Harper slaagt er dankzij haar verbeelding blijkbaar wel in om iets nieuws te creëren, ook al denkt ze dat dat niet kan. Haar dromen helpen haar om tot inzichten te komen en keuzes te maken. Er is wel degelijk plaats voor spiritualiteit in Amerika. 

Stasis versus verandering

Tony Kushner ziet hoe Ronald Reagan en zijn partijgenoten de klok proberen terug te draaien, uit heimwee naar een Amerika uit het verleden. Net zo vraagt de Engel aan Prior om onder de mensen de boodschap te verspreiden dat ze moeten stoppen met bewegen, met migreren, met veranderen. 

DUS STOPT MET BEWEGEN!
Forsake the open road
Vermengelt Uzelve niet en Trouwt ongemengeld
Laat Diep Uw Wortels Groeien
Zoek niet, tracht noch vind
Doorgrond de aarde niet, do not try to find haar delicate deeltjes 
U verstaat Haar niet / U vernietigt Haar / U evolueert niet / U vertrappelt (…)
Werktuig van het Boek / In Uw bloed / Schrijven wij
Stilstand. Stasis / The END

(De Engel in Perestroika, bedrijf 2, scène 1)

Tegenover het verlangen naar stasis of stilstand plaatst Kushner hoop en verandering. Niet voor niets geeft hij het tweede deel van het stuk de titel Perestroika, naar de hervormingspolitiek van Michail Gorbatsjov in de Sovjet-Unie. Terwijl in het eerste deel van Angels in America alle zekerheden en veiligheden onderuitgehaald worden, gaat Perestroika over het gevaar maar vooral de mogelijkheden nà de ontploffing. Hoe pijnlijk verandering ook is, ze is noodzakelijk. De status quo moet afgewezen worden.

Angels in America is sterk beïnvloed door de teksten van de Duits-Joodse cultuurfilosoof Walter Benjamin. In 1921 kocht Walter Benjamin een tekening van Paul Klee, getiteld Angelus Novus. In 1940, kort voor zijn dood, schrijft Benjamin een tekst waarin de geheimzinnige engel expliciet aan bod komt, als boodschapper van de voorzienigheid of de Messias. Benjamin beschrijft hoe de allegorische engel vol afgrijzen naar het verleden kijkt, en achterwaarts de toekomst wordt ingeblazen door de storm van de vooruitgang. “Walter Benjamins les is: blijf ondanks alles vechten. Benjamin was van mening dat de mensheid, ondanks eeuwen van rampspoed, de plicht had een nog onbekende en misschien zelfs onheilspellende toekomst te betreden en actief vorm te geven. Zijn parabel is feitelijk een ode aan het leven, ondanks alles.” (Tony Kushner in Vrij Nederland, 9 oktober 2004)

Politiek theater
 

Dit zijn maagsappen, Joe, enzymen, zuren, ingewanden
Dat is wat dit zijn, samentrekkende darmen, bloedrood vlees, het stinkt hier
Dees is politiek, Joe. Het spel van overleven 
 
(Roy in Millennium Approaches, bedrijf 2, scène 6)

Kushner steekt zijn afkeer voor het republikeinse gedachtegoed niet onder stoelen of banken. Als reactie op het stilzwijgen van Reagan beklemtoont hij in Angels in America dat gezondheidszorg een politieke kwestie is, en een mensenrecht. En dat mensen op elkaar aangewezen zijn, alle individualisme en zelfredzaamheid van ‘the American Dream’ ten spijt. 

In zijn essay Notes about Political Theater tracht Kushner te definiëren wat het betekent een politiek theaterauteur te zijn. “Het individu is belangrijk voor ons, we kunnen ons erom bekommeren. Maar we zijn blijkbaar niet in staat om ons te bekommeren om thema’s, of ideeën, of gemeenschappen…” De politieke theaterauteur moet volgens Kushner het individu overstijgen, en uitzoomen naar de effecten op grote schaal van historische omstandigheden. 

“Theater heeft altijd een vitale band met geschiedenis gehad; het onderzoek en, ja, het onderwijzen van geschiedenis moet als een functie van alle politiek theater gezien worden.” Kushner schrijft zich met zijn oeuvre los van het moderne Amerikaanse theater waarin doorgaans individuen of families centraal staan, en wortelt zijn werk in specifieke historische momenten. In Angels in America is dat het angstklimaat van het Reagan-tijdperk: religieuze angst voor het einde der tijden, en geopolitieke angst n.a.v. de Koude Oorlog. Kushner wil de toeschouwer doen nadenken over politiek, geschiedenis, persoonlijke en nationale identiteit, en over de eigen verantwoordelijkheid in het vormgeven van een andere wereld. Via zijn politiek theater hoopt hij zijn publiek onrechtstreeks binnen te trekken in de wereld van strijd, verandering, activisme en revolutie. 


Het grote werk begint

(Prior in Perestroika, Epiloog) 

Ik heb denk ik altijd vanop deze plek geschreven: op het scherp van de snede tussen verschrikking en hoop. Dat is vertrouwd terrein, al is de snede vandaag scherper dan ze ooit geweest is. En de twee werelden die ze scheidt - een van licht en een van duisternis - lijken respectievelijk schitterender en onpeilbaarder, meer tegenovergesteld dan ooit tevoren.
(Tony Kushner in de inleiding van de herziene uitgave van Angels in America in 2012)

Angels in America is een tijdsdocument: het portretteert het leven in New York halverwege het presidentschap van Reagan, ten tijde van de aidsepidemie. Ondanks het feit dat het verhaal aan een specifieke tijd en plaats gebonden is, wordt het ondertussen al bijna dertig jaar gespeeld in de Angelsaksische wereld en daarbuiten. Het houdt een aantal zwarte en traumatische bladzijden uit de Amerikaanse geschiedenis blijvend onder de aandacht, maar het heeft ook raakvlakken met vandaag. 

Angels in America eindigt met een flash forward naar 1990. Een hoopvolle blik in de nabije toekomst, met o.a. de val van de Muur en het einde van de Koude Oorlog. Kunnen we anno 2019 de toekomst nog met evenveel hoop inkijken? Het activisme van de LGBTQI+-beweging heeft vruchten afgeworpen, al is de strijd nog lang niet gestreden. De aidsepidemie is ingedijkt; het aantal hiv-besmettingen is nog steeds hoog maar dankzij medicatie kan het virus onder controle gehouden worden. Maar met onder meer de klimaatopwarming en de migratieproblematiek dienen zich nieuwe mondiale crisissen aan. En het politiek ondenkbare is toch gebeurd: Donald Trump is president van de VS geworden. Is het tijdperk van Roy Cohn überhaupt voorbij? Geldt Kushners boodschap van hoop ook vandaag? En is hoop alleen nog wel voldoende?

“Ik ben een kind van de verlichting. Ik hecht aan wat Kant zegt. Ik geloof dat er een genetisch bepaald verlangen in mensen zit dat hen voortdurend beweegt de wereld te verbeteren. Maar ik denk niet dat vooruitgang en verbetering vanzelf gebeuren. Het is een politieke en morele verantwoordelijkheid die je als mens moet nemen. En het is ook een privilege. Hoop is realistisch, en wordt niet van boven op ons “ingestraald”. Voor hoop moet je hard werken. En het is nog harder werken om hoop uit te laten komen. Vooral nu.” 
(Tony Kushner in Vrij Nederland, 9 oktober 2004)

Ook interessante producties: