U hebt de voorbije maanden in het Antwerpse misschien al een sticker of een affiche gezien met daarop Mijn Dagelijkse Portie Kunst? Als dat nog niet het geval is, dan is de kans groot dat dat de volgende weken en maanden wel zal gebeuren.
Mijn Dagelijkse Portie Kunst is de naam van de stadscampagne die AKO (Antwerps Kunsten Overleg) dit seizoen in Antwerpen voert. De campagne startte op tijdens de Cultuurmarkt in augustus 2013 en loopt tot aan de verkiezingen in mei 2014.
Waarom?
De campagne werd geïnspireerd door het voorstel van Guy Cassiers begin 2013 om een ‘witboek voor de kunsten’ samen te stellen als reactie op de negatieve beeldvorming over de kunsten die, vooral in tijden van crisis en besparingen, ontstaat: elitair, hermetisch, niet relevant, geld verslindend,…
AKO heeft een ruime en bredere campagne uitgewerkt met een duidelijke doelstelling: “AKO wil door middel van publicaties, debat en acties in de openbare ruimte voor een zo groot mogelijk publiek, een breder en evidenter maatschappelijk draagvlak creëren voor kunst en cultuur.”
De campagne is het resultaat van het nadenken over een aantal factoren die de voorbije jaren een steeds grotere rol zijn gaan spelen, ook in het artistieke sector: de economische en financiële crisis, de algehele neo-liberalisering van de samenleving, de negatieve beeldvorming rond eigentijdse kunst, de politieke toekomst van het land, de besparingen in de culturele en sociale sector,… AKO is zich van die ontwikkelingen zeer bewust.
Wat?
De naam van de campagne – Mijn Dagelijkse Portie Kunst - verwijst in de eerste plaats naar de noodzaak van kunst in de samenleving: kunst als een vorm van ademruimte, speelruimte, discussieruimte, experimenteerruimte, ontmoetingsruimte,… De naam verwijst eveneens naar het gegeven dat we iedere dag – vaak zonder het ten volle te beseffen – in contact komen met kunst. Via radio, televisie, film, architectuur, openbare ruimte, lectuur,… De impact daarvan op onze perceptie van de werkelijkheid is groot. Kunsten in de brede zin van het woord zijn allesbehalve elitair en hermetisch. Integendeel. Ze zijn alledaags: ze stimuleren onze verbeelding en helpen ons daardoor vorm te geven aan ons bestaan. De bedoeling van de campagne is om de rijkdom van de kunst en de kunstensector in een positief daglicht te plaatsen.
De campagne, uitgewerkt in samenwerking met Fièbre vzw, is een zo open mogelijke campagne en kan naar keuze ingevuld worden door individuen en organisaties die zich ermee identificeren. Bestaande programma’s en nieuwe initiatieven kunnen onder de hoofding van Mijn Dagelijkse Portie Kunst geplaatst worden.
De campagne bestaat uit drie grote delen.
1. Een breed opgezette mediacampagne
Een logo, stickers, affiches en website (www.mijndagelijkseportiekunst.be) werden ontwerpen. Daarnaast zijn enkele ludieke clips aangemaakt om de campagne te promoten met onder andere Johan Petit, Nomobs, Tom Dewispelaere, Lotte Heytenis en Kevin Janssens. Met een caravan (en een kleine opnamestudio) was MDPK aanwezig op een aantal culturele en sociale evenementen en vroeg aan bekende en minder bekende mensen om hun ervaringen met kunst te verwoorden. Die getuigenissen staan op de website. Verder op de website: blogs, foto’s, artikels, clips en relevante links.
2. Een reeks debatten
In de loop van de volgende maanden worden in het kader van MDPK een aantal publieke debatten georganiseerd:
3O maart 2014 (Bourla) in samenwerking met Behoud de Begeerte: Een lofzang op de twijfel door een wetenschapper, een politicus, een filosoof en een kunstenaar.
1 april 2014 (Bourla) in samenwerking met het kunstenaarsplatform Niet In Onze Naam: Een Europees georiënteerd debat over de besparingen in de culturele sector met sprekers uit het buitenland.
Eind april een afsluitend debat dat in de verschillende provinciehoofdsteden georganiseerd wordt.
(concrete informatie volgt)
3. Een brievenboek
Het ‘witboek’ dat Guy Cassiers voor ogen had is een ‘brievenboek’ geworden. Aade n een brede groep van mensen (kunstenaars, politici, mensen uit het bedrijfsleven, uit de sociale sector, uit de sport, uit de wetenschappelijke en academische wereld) wordt gevraagd om een brief te schrijven over wat de waarde van kunst voor hen is. Die brief is bij voorkeur gericht aan een zeer specifiek iemand: een vriend, een geliefde, een familielid, een politicus, een bewonderde kunstenaar, een fictief personage, een ongeboren kind,… Ook wat de inhoud van de brief betreft, zijn er veel mogelijkheden: het kan de beschrijving van een concrete kunstervaring zijn of een wat algemenere beschouwing, een meer emotionele of een meer argumentatieve tekst,…
Om ook andere mensen te stimuleren zich in briefvorm uit te spreken over hun artistieke ervaringen, werd er uniek briefpapier ontworpen. Zij die willen kunnen een brief schrijven, die dan wordt gescand en gepubliceerd op de website van Mijn Dagelijkse Portie Kunst.
Een van de eerste antwoorden op onze vraag om een brief te schrijven, kwam van niemand minder dan Minister van Staat Mark Eyskens. Hieronder vindt u zijn brief die hij richt aan de toekomstige premier van ons land:
Mijnheer de eerste minister,
Het zal U wellicht niet lukken van uw regering een kunstwerk te maken. Maar wees alvast kunstzinnig en voer een beleid dat de kunstzin van Belgen en niet-Belgen, Vlamingen, Walen en Brusselaars aanwakkert. Kunst kent immers noch grens, noch taal, noch partijlidmaatschap. Onze samenleving is multicultureel. Dit is een feit. Zij moet intercultureel worden en dat is een formidabele opdracht. Kunst kan daar machtig aan bijdragen. Hopelijk slaagt u erin als nieuwe premier onze gemeenschapsministers voor onderwijs in het overleg- comité er van te overtuigen dat actieve en passieve beleving van kunst van wezenlijk belang zijn om de jonge mensen de zin voor creativiteit mee te geven. Economen van het hele land, die de prijs en de kost weten van alles maar soms de waarde van niets, moeten beseffen dat kunstactiviteiten, in de talrijke sectoren waarin dat momenteel mogelijk is, een belangrijke bijdrage leveren aan het Bruto binnenlands Product dankzij de toegevoegde waarde en de inkomens die zij genereren. De becijferde bijdrage van de kunstsector tot de nationale welvaart is vandaag reeds belangrijker geworden dan die van de landbouw. Uiteraard moeten filosofen blijven discussiëren over de vraag wat kunst in wezen is. De moderne kunstenaar moet met zijn werk ook deze vraag durven voor te leggen aan de kunstminnaar. Is kunst de schepping van schoonheid? En wat is schoonheid? Of is kunst ook onlosmakelijk verbonden met het duiden van de waarheid? Maar over welke waarheid gaat dat dan? De vernieuwende rol van de moderne kunst bestaat er juist in dat zij deze vragen niet uit de weggaat en de kijker, luisteraar, lezer hiermee confronteert. Toch mag niet worden voorbijgegaan aan de evidentie dat kunst ook een maatschappelijke functie vervult, wat met zich brengt dat het kunstwerk, van welke aard dan ook, de kunstamateur, - bewonderaar, - minnaar moet aanspreken, troosten, verblijden en interpelleren. Het kunstwerk vervult dus een brugfunctie tussen de scheppende kunstenaar en de kunstliefhebber. Het kunstwerk moet dus ook verstaanbaar en mededeelbaar blijven. In die zin is een kunstwerk nooit af omdat het onderworpen is aan variërende visies. Deze sociale functionaliteit van de kunst wordt in de huidige postmoderne tijd wel eens in het gedrang gebracht door de kunstenaar als die zijn eigen ikzuchtige blik op of interpretatie van de werkelijkheid te sterk opdringt. Overdreven eigengereidheid van de kunstenaar gijzelt kunstwerken in onverstaanbaar hermetisme waardoor het kunstwerk wordt herleid tot steriele zelfbevrediging. Toch is het ook nodig het publiek de zin voor kunstzinnigheid bij te brengen en te bevrijden van vormen van vooringenomenheid. Dat duurt soms een generatie. Op dit vlak kunnen de beeld- en andere media alvast een essentiële rol vervullen. Met name de VRT-televisie moet zich op dit gebied veel meer profileren.
Er is dus veel werk aan de winkel, mijnheer de eerste minister, een mooie Nederlandse uitdrukking – en dat is ook kunst – die kan worden uitgebeeld door een treffende installatie – en dat is dan weer een staaltje van hedendaagse kunst.
Mark Eyskens
zondagnamiddagschilder en filerijdend dichter
januari 2014