Ward van Betonne Jeugd op de Sint Andriesplaats, stuurt me: ’We zien je graag komen. De begeleiding toch, onze gasten daar ben ik benieuwd naar.’
Het regent en het duurt even vooraleer de match op de voetbaltafel is beslecht, vooraleer de radio uitgaat en iedereen zijn plek vindt ver genoeg van elkaar en hier en daar toch liever dichterbij.
Maar dan zijn ze één en al oor, de gasten, klinkt er instemmend gemompel wanneer ik over het potlood van Milton Friedman vertel, over de kat van Schrödinger, over een interview met Cocteau en klinken er oh’s en ah’s wanneer ik het doosje toon waaruit een stad tevoorschijn komt en vervolgens een paar dansende schoenen.
Na het optreden zijn we blij, Tomas, Leen, Wannes en ik. Leen haalt vier flesjes bier in de nachtwinkel. We klinken voorzichtig terwijl verderop één van de gasten een lamp op tafel zet die van kleur verandert op het ritme van de muziek. Even is het terug als vroeger en wil Leen naar de winkel voor nog vier pintjes maar dan o blijkt het is het al 10 na acht.
Lang kijk ik nog naar het meisje dat schrijlings op een jongen zit die niet weet waar eerst zijn handen in te steken. Ik weifel stap het plein af de stille straat in wil niet nog niet lang nog niet naar huis.
- Benjamin Verdonck