Het waait maar verder oogt alles stil in het park waar ik tijdens de turnles rondjes liep en later op een bankje leerde wat tongen is en nog later me verbaasde over het aantal mannen dat bij valavond onverwacht uit de bosjes tevoorschijn komt.
Het is vroeg op de middag en ik sta onhandig met een houten kist onder mijn arm aan de rand van een grasperk niet ver van een bankje waarop twee meisjes ver uiteen gezeten relaas doen van hun ochtendlijk genoegen.
Veel beter kan mijn werkdag niet beginnen en uit de houten kist haal ik het doosje met touwtjes dat ik vandaag bespelen zal. Aan de rand van het grasprek zit ik op mijn hurken, vraag of ik iets mag tonen (nee dankuwel) en even later wanneer de meisjes opstaan neem ik plaats voor de nu lege bank. Beter dan dit wordt het niet en ziedaar een man die het park onderhoudt. Hij monstert mijn werk en wanneer ik zeg ‘een voorstellinkje’ zegt hij ‘aha theaters zijn dicht en daarom speel jij hier’. Ik nodig hem uit, de bank is leeg, het duurt maar drie minuten. ‘Graag maar’ zegt hij ‘mijn pauze is voorbij kan ik gewoon een tipje van de sluier?’ Gewillig trek ik hier en daar een touwtje en hier en daar in het doosje komt er wat recht te staan. ‘O’ zegt hij ‘benieuwd naar meer’ en wandelt verder.
Daarna twee meisjes met Red Bull, een jongeman met een hond (speelde ik ooit al voor een hond?), twee mannen waarvan één een oproep beantwoordt halverwege, de man opnieuw die het park onderhoudt vanuit een wagen, hij zwaait.
Vier vrienden, twee jongens en twee meisjes en zeker willen ze een voorstellinkje zien, graag zelfs. Ze nemen plaats op de bank en ‘mogen we filmen?’
‘Heel mooi, wij zijn ook soms creatief op school.’
‘Of ze’ zo vraag ik’ de zin lazen die op het einde uit het doosje verschijnt?’
‘Ja, iets triestigs van de vuur.’
‘Die alles kapot maakt.’
‘Ik weet het niet meer maar het was meeslepend. Heel sterk’
‘Alles gaat kapot.’
Ik vraag of ik een foto, het is de eerste keer zeg ik, ik vraag niet graag om foto’s.
‘Natuurlijk meneer, geen probleem.’
En dan ben ik schoolmeester, herhaal de zin die uit het doosje komt, zeg dat vuur ook iets is dat verwarmt.
‘Natuurlijk meneer’ zeggen zij.
En snel steek ik het doosje in de kist waarna ik in de bosjes verdwijn.
- Benjamin Verdonck