De weer zit niet mee en vanmorgen nog belt Chris en zegt dat de weer waarschijnlijk niet beter wordt vandaag (een zin uit een boek, welk boek, de zin, een aanhef: it is, I promise, worse than you think). De binnentuin van het woonzorgcentrum is leeg op de twee hardnekkige rokers na is hij leeg de binnentuin en nat natuurlijk. Chris heeft de hoogtewerker al klaargezet en hier en daar hangt aan de raam een gele driehoek of een rode bol ten teken dat ik daar welkom ben. Dat doe ik vandaag, verschijnen aan ramen waarachter ouderen van dagen in zetels zitten en de binnentuin nauwlettend in het oog houden dan wel het televisietoestel. Aankloppen en gebaren dat ik iets wil tonen (het glas is geluidswerend). Aankloppen en gebaren dat ze dichterbij moeten komen willen ze iets zien van het doosje dat ik meebracht. In groepen zitten ze, de bewoners en bewoonsters van het woonzorgcentrum en in sommige van die groepen zit de sfeer er goed in. Cava uit plastiek bekertje en paprikachips. Wanneer ik aan kom zeilen met de hoogtewerker word ik begroet met gezwaai en handgekus en wordt er getrokken en geduwd voor een goede plaats bij de raam. In andere groepen is het akelig stil en dat zal wel met de weer te maken hebben (het wordt allengs grijziger en kil) al zijn er ook bewoners waarvan ik vermoed dat de weer in de hoofd alleen maar donkerderder wordt (de zin uit het boek, welk boek, het boek: Uninhabitable Earth D.W. Wells). Ik ga van raam tot raam het hele centrum rond en dan gaat het regenen en Chris vindt dat we van geluk mogen spreken en ik wil nog even bij de rokers op het terras maar die zeggen ‘danku, wij zijn daar niet zo voor’ en dan regent het echt en blijkt het doosje dat ik meebracht in het geheel niet tegen de weer bestand, na enkele druppels al zwelt het karton en stroeven de vormen die voorheen zorgeloos bovenop het doosje dansten. Bijna kerstmis, de weer het zit niet mee (en niet alleen vandaag), de straten leeg (bijna kerstmis is het) waar zit iedereen zit binnen op de bank voor de tv staat luid.
Onbewoonbaarderder.
- Benjamin Verdonck