In Hoge Weg leert een jonge witte vrouw via vaak korte en vluchtige gesprekken via de parlofoon en in de inkomhal van een appartementsblok de complexiteit van de stedelijke samenleving kennen. Ze wil buren mobiliseren voor de aanleg van een nieuw park, maar stoot keer op keer op de vaststelling dat de diversiteit aan levenstrajecten van stadsbewoners ook tot andere dromen voor de stad leidt.
De multiculturele samenleving zou mislukt zijn, beweren sommigen. Het debat over migratie en diversiteit lijkt gepolariseerder dan ooit. Tegelijkertijd neemt de etnisch-culturele diversiteit in de Vlaamse samenleving steeds verder toe. Lukt het veel gewone burgers dan toch om ondanks de polariserende taal van beroepspolitici zonder voortdurende conflicten samen te leven in contexten van superdiversiteit?
Sociale wetenschappers hebben het in die context vaak over convivialiteit. Diversiteit is het nieuwe normaal geworden. Multicultuur is een gewoon aspect van het alledaagse leven. Veel burgers lijken zich bijna ongemerkt de vaardigheden eigen gemaakt te hebben om samen te leven in meertalige wijken, met mensen van heel diverse culturele achtergrond.
Convivialiteit vergt van burgers dat ze wie vreemd en anders is met een zekere openheid benaderen, maar tegelijkertijd voldoende afstand bewaren om de andere niet te schenden in zijn of haar eigenheid en privacy. Wel eens een praatje maken met de uitbater van de buurtwinkel, een pakketje ontvangen voor de buren, een handje toesteken bij het dragen van zware boodschappen, maar de buren niet vragen wat er scheelt na een lawaaierige nacht, niet weten dat de moeder van de onderbuur onlangs overleed of doorvragen naar iemands religieuze overtuiging.
Maar is dit voldoende om het samenleven in diversiteit vorm te geven? Schuilt onder convivialiteit geen doorgedreven individualistische kijk op het samen leven? Kunnen we wel samenleven als we grotendeels ‘vreemden’ voor elkaar blijven en lastige kwesties uit de weg gaan? Vergt samen leven dan geen uit- en samen doorgesproken politiek of maatschappelijk project? Of is leven in de stad per definitie leven met vaak onbekende anderen?
Panelgesprek
Dirk Geldof (Karel de Grote Hogeschool, Odisee) leidt de namiddag in met een tekst die hij samen met Stijn Oosterlynck (Universiteit Antwerpen, Urban Studies Institute) schreef. Na deze korte lezing, gaan diverse sprekers hierover in gesprek. De panelleden die bevestigd hebben zijn Ikrame Kastit, Geert Schuermans, Malique Mohamud en Els Vervloesem.
Programma:
14:00: ontvangst met koffie en thee
15u00: Welkom
15u15: Introductie | Bart Van Nuffelen (MartHa!tentatief)
15u30: Reflectietekst | Dirk Geldof
16u00: pauze (met wraps en cake)
16u15: Start paneldebat met Ikrame Kastit, Geert Schuermans, Malique Mohamud, Els Vervloesem en Dirk Geldof | moderator Erwin Jans
17u30: Conclusie en wrap-up | Mohamed Barrie
Over de sprekers
Ikrame Kastit is een 31-jarige Borgerhoutenaar, co-coördinator van Uit De Marge VZW (Netwerk voor jeugdwerk en jeugdbeleid met kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties) en van het centrum voor maatschappelijke gelijkheid en jeugdwelzijn (CMGJ vzw) is ze bestuurder van de Kinderrechtencoalitie en lid van Decenniumdoelen. Ze is vooral bezig met de rechten van kinderen en jongeren, diversiteit, armoede en discriminatie.
Dirk Geldof is socioloog en hoofddocent Stadssociologie aan de Faculteit Ontwerpwetenschappen van de Universiteit Antwerpen. Hij is onderzoeker en lector aan het Kenniscentrum Gezinswetenschappen (Odisee Hogeschool Brussel) en lector aan de opleiding Sociaal Werk van de Karel de Grote-Hogeschool te Antwerpen. Hij is auteur van ‘Superdiversiteit. Hoe migratie onze samenleving verandert’ (Acco, 8ste druk 2018).
Geert Schuermans is stafmedewerker bij SAM, steunpunt Mens en Samenleving, en auteur van onder meer 'Een jaar in de wereld van de ongelijkheid' en recent ook van het boek 'Tubes en talloren. Lief en leed in Deurne-Noord.' Voor dit boek liep Geert een jaar lang mee in buurthuis Dinamo, in Deurne-Noord. Hij schetst hierin het reilen en zeilen van het huis, en besteedt daarbij vooral aandacht aan de mensen die er een tweede thuis vonden.
Els Vervloesem is architect, onderzoeker, publicist en partner bij Architecture Workroom Brussels. Zij werkt op projectmatige basis aan uiteenlopende studies, workshops en publicaties rond architectuur, stedenbouw en stedelijke transformatieprocessen die erop gericht zijn om academisch onderbouwde inzichten rond urgente sociaal-ruimtelijke kwesties zichtbaar, bespreekbaar en begrijpbaar te maken voor een breed én gespecialiseerd publiek. In 2013-2014 cureerde ze samen met Marleen Goethals de thematische lezingenreeks 'Architecture and Social Change' op vraag van Stad en Architectuur.
Malique Mohamud (1984) is vernieuwer in de Rotterdamse cultuursector. Daarnaast is hij ook schrijver, programmamaker, presentator, hiphopdocent en artistiek leider van het platform Concrete Blossom. Malique strijdt ervoor 'om verhalen en perspectieven aan het licht te brengen die doorgaans uit het oog van de mainstream blijven'.
Stijn Oosterlynck is professor Urban Sociology aan de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen, waar hij verschillende vakken doceert over sociale innovatie, urban studies, armoede en sociale ongelijkheid. Hij is tevens voorzitter van het onderzoekscentrum CRESC (Centre for Research on Environmental and Social Change), een fusie van het voormalige OASeS en de onderzoeksgroep Milieu en Samenleving.
Mohamed Barrie is masterstudent Sociaal werk aan de Universiteit Antwerpen. Met z'n studentenvereniging African Youth Organisation [AYO] wil hij meer Afrikaanse jongeren in het hoger onderwijs krijgen.
Bij jonge, geëngageerde Antwerpenaren is Mohamed een begrip. Hij zet zich o.a. in voor City Pirates, een voetbalclub met meisjeswerking en tot voor kort was hij actief bij Kilalo, een Afro-Belgische jongerenvereniging die onder meer huiswerkbegeleiding aan kinderen geeft.