With a little help from my friends

With a little help from my friends

Brief van Guy Cassiers over het nieuwe Toneelhuisseizoen

"Wanneer wij ons niet inspannen ons daadwerkelijk in andere ervaringen dan die van onszelf te verplaatsen, ons daadwerkelijk in gedachtewerelden proberen in te leven die niet de onze zijn, als we niet bereid zijn tegen ons eigenbelang in te denken, onszelf te verliezen, zullen we uiteindelijk minder mens zijn”, schrijft de Nederlandse essayist Bas Heijne terecht. Onze verbeelding is onze brug naar de anderen. En dus naar onze toekomst." 

 

Beste toeschouwers,

Het voorbije anderhalve jaar was voor ieder van ons zwaar en bevreemdend. En dat is zacht uitgedrukt. Omwille van een groter goed - onze gezondheid - zijn we maandenlang niet in staat geweest om te doen wat we het liefste doen: voorstellingen maken en die aan jullie, ons publiek, tonen. Het lijkt er inmiddels op dat we de strijd aan het winnen zijn en dat we weer langzaam aan het werk kunnen. Dat is alleen maar mogelijk omdat we de crisis samen hebben aangepakt en elkaar er door hebben geloodst. En is ‘samen’ nu niet precies waar het in theater om gaat? Samen met anderen iets maken en het samen met een publiek bekijken? Theater is alleen maar mogelijk with a little help from my friends, zoals The Beatles een halve eeuw geleden al zongen.

Ik ben blij dat Toneelhuis opnieuw een ‘normaal’ seizoen kan presenteren. Met eigen premières en hernemingen, met een receptieve werking en een muziekprogrammatie, met samenwerkingen en huisruilen. Het is er allemaal weer. Zoals in de vorige seizoenen. En ‘normaal’ wil ook zeggen dat onze voorstellingen op zeer verschillende manieren de grote eigentijdse vragen theatraal vertalen: hoe kunnen we beter samenleven? Hoe kijken we naar het verleden? Hoe naar de toekomst? Wat is onze globale verantwoordelijkheid? 

De lockdown heeft de wereld niet rustiger en overzichtelijker gemaakt. Integendeel. En verbeelding hebben we meer dan ooit nodig. "Wanneer wij ons niet inspannen ons daadwerkelijk in andere ervaringen dan die van onszelf te verplaatsen, ons daadwerkelijk in gedachtewerelden proberen in te leven die niet de onze zijn, als we niet bereid zijn tegen ons eigenbelang in te denken, onszelf te verliezen, zullen we uiteindelijk minder mens zijn”, schrijft de Nederlandse essayist Bas Heijne terecht. Onze verbeelding is onze brug naar de anderen. En dus naar onze toekomst.  

Met Ik ben mijn straat keren Mokhallad Rasem en Jessa Wildemeersch elk voor zich terug naar de straat uit hun kindertijd, in Irak en in België. Huis per huis roepen ze de bewoners in hun verbeelding op. De overeenkomsten zijn opvallend. Met Kuno Bakker maakt Mokhallad Looking for Habibi, een voorstelling over wat we allemaal verstaan onder het woord ‘liefde’. Het is na De verse tijd en Homemade het sluitstuk van een trilogie over twee mannen die elkaar beter willen leren kennen. 

Ook Hoge Mote door Olympique Dramatique naar een stuk van de Ierse schrijver Enda Walsh gaat over samenwonen en met elkaar omgaan. Maar deze keer in de vorm van een donkere fysieke komedie die in de vertaling van Pjeroo Roobjee overloopt van verbale generositeit en levenslust. Op een andere manier vitaal en genereus is het werk van Benjamin Verdonck. Met Het Bos en Benjamin toont hij vier weken lang (bijna al) zijn kijkdozen en tafeltonelen. In tegenstelling tot deze kleine voorstellingen waarin hij alles controleert werkt Benjamin in De tijger eet de zebra en de vogel vliegt verschrikt weg met reusachtige objecten die hem lijken te controleren. En samen met Thomas Verstraeten laat hij in 7 X 7 zeven installaties zeven dagen lang tussen zeven plekken in de stad reizen. FC Bergman op zijn beurt tourt intensief met hun nieuwste voorstelling The Sheep Song

Na Yvonne, Prinses van Bourgondië en Het Huwelijk, ensceneert Timeau de Keyser Operette, zijn derde Gombrowicz-voorstelling. Een frivool maar hartstochtelijk verhaal over een wereld die uit zijn Vorm en uit zijn Kostuums wil breken en naakt opnieuw beginnen. Theatermaker Bosse Provoost en beeldend kunstenaar Ezra Veldhuis gaan op zoek naar de poëzie van de (theater)ruimte. De schouwburg wordt een locatie. In Indoor Weather bouwen zij met het volledige technische theaterapparaat van de Bourla een voortdurend muterende omgeving waarin alles alles beïnvloedt. Spirits & Pleasures van Hannah De Meyer begeeft zich in de wereld van de toekomst en de science fiction. Een performance als een survival kit voor de zintuigen. Als een revival van spirituele praktijken in tijden van een dreigende (ecologische) meltdown. Maar ook als verzet in de vorm van genot.

Ikzelf tenslotte breng een theatrale hommage aan een Vlaanderens grootste nog levende dichter Leonard Nolens. Zeg aan de kinderen dat wij niet deugen is een tegelijk een nuchtere en hartstochtelijke biecht. Het morele verslag van een generatie. Het is een terugkijk. Een afscheid. En dat is dit seizoen voor mij ook letterlijk. Maar daarover wil ik in de loop van de volgende maanden nog persoonlijker met u spreken. 

Nu kan ik u in elk geval al zeggen dat we dit seizoen feestelijk afsluiten met Lonely Hearts Club Band, een voorstelling waarin alle makers en medewerkers van Toneelhuis - van de artiesten tot de dames van het onthaal, van de technische ploeg tot de communicatiemedewerkers, van het kostuumatelier tot de administratie - op de muziek van het beroemde album van The Beatles Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band de revue zullen passeren! Ik zei het al: theater bestaat alleen maar with a little help from my friends! En daar reken ik jullie, onze toeschouwers, in elk geval toe.

Guy Cassiers